This post is also available in Engels.
Slechts enkele samenlevingen zijn in staat om de meest dringende problemen van onze tijd op te lossen. Hoe we deze problemen in het komende decennium aanpakken, kan het lot van toekomstige generaties bepalen. De eerste, meest fundamentele stap is simpel: laat wetenschappers hun werk doen zonder hen lastig te vallen met politiek. In dit artikel bepleit ik daarom dat de populatie wetenschappers jong en divers moet zijn om te kunnen innoveren met de juiste precisie.
Wetenschap is van levensbelang
In 1894 schreef de Britse krant The Times: “Over vijftig jaar zullen de straten van Londen bedolven zijn onder drie meter paardenmest.” [redactionele vertaling]. Beleidsmakers buitelden over elkaar heen om plannen te maken voor dit ‘mestprobleem’, maar geen van hun maatregelen bleek uiteindelijk nodig. Wetenschappers losten het probleem bijna van de ene op de andere dag op met de uitvinding van de motor. Vandaag de dag staan we als wereldgemeenschap voor vergelijkbare, maar nog grotere uitdagingen. Elke keer dat biochemici een nieuw vaccin ontwikkelen tegen een griepvariant, muteert het virus en verspreidt zich opnieuw. Omdat reizen tegenwoordig zo makkelijk is, kan zo’n uitbraak zich razendsnel verspreiden, wat het risico op een pandemie vergroot. Biochemici voeren dus een oneindige strijd tegen een virus dat hen steeds te slim af lijkt te zijn. En dat is slechts één front. Denk bijvoorbeeld ook aan de ontwikkeling van veilige, inclusieve kunstmatige intelligentie, vooral in een vergrijzende samenleving. Of denk aan het vinden van stabiele energiebronnen, zoals ramp-bestendige kernenergie, om de onvoorspelbare olievoorziening te compenseren. Elk van deze problemen vereist een wetenschappelijke doorbraak.
De vraagstukken waar wetenschappers tegenwoordig voor staan, zijn veel complexer en vereisen niet alleen hoge intellectuele vermogens, maar ook samenwerking tussen verschillende vakgebieden. Dat vraagt om mentale flexibiliteit en een sterk werkgeheugen. Dit leidt vaak tot psychologische stress, burn-out en zelfs innerlijke conflicten bij onderzoekers.
Waarom juist jonge en diverse wetenschappers nodig zijn
De ambitie om nieuwe uitdagingen aan te gaan en de sterkste probleemoplossende vermogens komen samen in het brein van een jonge wetenschapper. Bij mensen piekt informatieverwerking op 18-jarige leeftijd, het kortetermijngeheugen rond de 25 en het vermogen om nieuwe verbanden te leggen rond de 40. De verbindingen tussen hersencellen nemen daarna geleidelijk af. Het is dan ook niet verrassend dat veel belangrijke wetenschappelijke doorbraken naar schatting worden gedaan door wetenschappers die bijna veertig zijn.
Daarnaast is diversiteit in de wetenschap van groot belang voor de precisie en innovatiekracht ervan. Hoe meer diversiteit in het team van wetenschappers, hoe grondiger een theorie wordt doorgelicht en getest. Een samenleving die wetenschappers van verschillende achtergronden aantrekt, krijgt toegang tot nieuwe kennis en ideeën. Tijdens de Koude Oorlog hadden Sovjetwetenschappers weliswaar veel expertise, maar zij werden beperkt door politieke ideologie. In de Verenigde Staten daarentegen omarmde men diversiteit, tot het punt dat zelfs voormalige nazi-wetenschappers werden gerekruteerd om te werken aan de ruimtevaart. Dit stelde de Verenigde Staten uiteindelijk in staat de eerste mens op de maan te laten landen.
Vandaag de dag heeft de wetenschap dringend behoefte aan meer financiële middelen en meer onderzoekers. Het kan op korte termijn verleidelijk zijn om geld weg te halen bij wetenschappelijk onderzoek en het te gebruiken voor andere zaken, maar dat zou slechts tijdelijke verlichting bieden. De problemen die nu niet opgelost worden, kunnen later op andere manieren weer de kop opsteken.
Als het de taak van wetenschappers is om te innoveren, dan is het de verantwoordelijkheid van beleidsmakers om hen niet te belasten met politiek. Daarnaast is het onze taak als samenleving om te erkennen dat regeringen zullen komen en gaan, en dat beleid verandert. Maar de impact van wetenschap op ons leven blijft nog generaties lang voelbaar.
Auteur: Siddharth Chaturvedi
Buddy: Vivek Sharma
Redactie: Helena Olraun
Vertaling: Maartje Koot
Redactie vertaling: Lucas Geelen