Hoe genderneutraal is taal?

Onderzoek laat zien dat we bij zogenaamd neutrale woorden toch automatisch aan mannen denken.

This post is also available in Engels.

“Een van de studenten is zijn jas vergeten en hij kan die op komen halen bij de balie”. Als je deze zin hoort, dan kan vervolgens een man de jas op komen halen, maar bijvoorbeeld ook een vrouw. Toch valt op dat hier de mannelijke taalvormen worden gebruikt: studenten in plaats van studentes, hij in plaats van zij, en zijn in plaats van haar.

Niet alleen in het Nederlands, maar ook in veel andere talen wordt de mannelijke vorm als de algemene, generieke vorm gebruikt. Deze algemene vorm wordt gebruikt wanneer gender onbekend of irrelevant is, of wanneer het over een gemengde groep gaat. Maar interpreteert ons brein deze termen ook als genderneutraal of denken we automatisch toch vooral aan mannen?

Een male bias

Het lijkt erop dat we bij zulke zogenaamd “algemene” woorden toch meer aan mannen denken. Dit wordt ook wel een male bias genoemd. In een studie van het Max Planck Instituut in Nijmegen werd gekeken of we termen zoals studenten als mannelijk of genderneutraal interpreteren. Duitse deelnemers lazen zinnen als “De studenten gingen naar de kantine want sommige van de vrouwen hadden honger” of “De studentes gingen naar de kantine want sommige van de mannen hadden honger”.

Ondertussen werd hun hersenactiviteit gemeten met EEG (elektroencefalografie). De onderzoekers keken naar een klassiek effect genaamd de P600, dat in de hersenactiviteit zichtbaar is als de hersenen het ingewikkeld vinden om verschillende onderdelen van een zin met elkaar te combineren. Wat bleek: deze P600 is net zo groot als blijkt dat de groep studentes ook mannen bevat (dat klopt inderdaad niet), als wanneer de groep studenten ook vrouwen bevat (dat kan gewoon). Hieruit blijkt dus dat deze zogenaamd algemene meervoudsvormen automatisch worden geïnterpreteerd alsof ze over mannen gaan. 

In het Nederlands kan ook de vorm hij gebruikt worden om naar mensen van ieder gender te verwijzen, bijvoorbeeld in constructies als “Iemand die steeds belooft dat hij echt op tijd zal komen”. Als daarna blijkt dat hij naar een vrouw refereert, dan moeten mensen daar langer over nadenken dan als hij naar een man refereert. Hier is dus weer een male bias zichtbaar.

Op zoek naar neutralere alternatieven

Het kan ook anders: in het Engels is er bijvoorbeeld geen onderscheid tussen studenten en studentes maar heb je alleen het genderneutrale students. Uit taalonderzoek blijkt dat zulke termen neutraal worden geïnterpreteerd, tenzij er stereotypes aan verbonden zijn. Zo denkt men ook in Engeland dat iemand die golft een man is en iemand die danst een vrouw. Met neutralere taal zijn zulke stereotypen niet meteen verdwenen. Toch is het al een hele verbetering dat Engels-sprekers bij student niet meteen aan een man denken.

De laatste jaren is er veel gesproken over hoe we taal genderneutraler en genderinclusiever kunnen maken. Taalonderzoek kan hierin een rol spelen, bijvoorbeeld door te laten zien hoe de huidige termen worden gebruikt en begrepen, zoals in de bovenstaande studies. Mogelijk kan taalonderzoek ons ook helpen om geschikte neutrale en inclusieve alternatieven te vinden.

Credits

Auteur: Marlijn ter Bekke
Buddy: Felix Klaassen
Redactie: Wessel Hieselaar
Vertaling: Ellen Lommerse
Redactievertaling: Rebecca Calcott

Beeld van Michèle Hilbers via Unsplash

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categories