This post is also available in Engels.
Het is altijd uitdagend om een nieuwe taal te leren. Maar wanneer je het vloeiend spreekt word je plots een expert in het wisselen tussen de talen. Hoe werkt dit?
Ben jij meertalig? Als je dit blog kunt lezen en Nederlands is niet je moedertaal, dan is het antwoord ja. Je bent meertalig op het moment dat je kunt communiceren in twee talen (ook wel tweetalig genoemd), zelfs als je net begonnen bent met de tweede taal1 (en dat geldt ook voor gebarentalen). Hoe meer talen je kent, hoe méér meertalig je wordt.
Tegenwoordig is het niet meer zo zeldzaam om meertalig te zijn. Met een toename van globalisering hebben steeds meer mensen Engels als hun tweede taal. Je ziet ook mensen die naar het buitenland gaan en de taal van hun nieuwe thuis vloeiend leren spreken. En, in landen als Spanje en India groeit men vaak op met het spreken van meerdere talen die in hun thuisland gesproken worden. In alle gevallen lijkt men gemakkelijk te kunnen switchen tussen de talen. Als jij één van hen bent en je dit dagelijks doet is het misschien een banaliteit geworden, maar…
Wisselen tussen talen is fascinerend!
Het kunnen spreken van meer dan één taal is een van de meest bestudeerde, maar nog altijd intrigerende, takken van taalonderzoek. Wisselen tussen de eerste en tweede taal die je geleerd hebt (in taalonderzoek L1 en L2 genoemd) is niet hetzelfde als switchen tussen lopen en fietsen. Het is alsof je tussen werelden switcht, waarin elke taal haar eigen regels en waarheden heeft. Hoe kunnen we switchen tussen deze werelden?
Switchen tussen talen vereist taal-controle
Meertaligen maken gebruik van taal-controle om bij de regels van één taal te blijven en de andere te onderdrukken. Taalonderzoekers hebben geprobeerd te achterhalen welke vaardigheid we gebruiken om tussen talen te switchen en het merendeel is het erover eens dat er inhibitie bij betrokken is. Om de ene taal te spreken moet je energie gebruiken om de andere taal te inhiberen.
De energiekosten van deze inhibitie hangt af van onze hechting aan elke taal op zich. Laten we mij als voorbeeld gebruiken: mijn L1 is Portugees, mijn L2 is Engels. Portugees is mijn moedertaal en de taal waarin ik het meest comfortabel ben. Linguïsten zeggen dat onze L1 toegankelijker is. Het inhiberen van Portugees kost mij dus meer energie. Engels is mijn tweede taal en omdat het minder toegankelijk is dan Portugees kost het minder energie om te onderdrukken. Dit geldt voor mij en voor andere meertaligen, vooral als men net is begonnen met het leren van de L2, L3, L4, enzovoorts…
Maar wat gebeurt er als we ons erg comfortabel voelen met onze L2?
Dan worden we geacht minder energie nodig te hebben om te switchen tussen L1 en L2. Terug naar mijn persoonlijke situatie: na een aantal jaar werken op het Donders Instituut, een internationale omgeving waar Engels de voertaal is, ben ik meer en meer gewend geraakt Engels te praten. Onderdrukken is nu minder nodig en kost minder inspanning. Net als ik zijn andere ervaren meertaligen jongleurs van talen geworden, steeds wisselend tussen verschillende talen…. Bijna net als tolken van de UN.
Maar de realiteit van taal-inhibitie is misschien complexer.
Ondanks het aantal studies naar de rol van taal-inhibitie tijdens de dans tussen L1 en L2 is er geen volledige consensus onder taalonderzoekers. Sommigen verdedigen het idee dat er sowieso inhibitie plaatsvindt, ongeacht de talen en de vaardigheid ervan. Anderen stellen dat zeer bekwame meertaligen geen inhibitie nodig hebben om te switchen tussen talen. Sommigen gaan nóg verder en suggereren dat talen met elkaar kunnen samenwerken in plaats van in competitie zijn.
Onafhankelijk van deze meningen is het zo dat er veel interessant onderzoek mogelijk is voor taalonderzoekers om meertaligheid volledig te begrijpen. En meertaligen over de hele wereld kunnen verwachtingsvol zijn voor wat er nog te vinden valt….
Originele taal: Engels
Auteur: João Guimarães
Buddy: Eva Klimars
Editor: Monica Wagner
Vertaler: Jill Naaijen
Editor Vertaling: Wessel Hieselaar
Credits: Bovenste figuur van gracey en Morguefile (CC0 1.0).
1 Hoewel sommigen de term “meertalig” gebruiken voor mensen die meertalig opgevoegd zijn (“vroege, gelijktijdige twee-taligen”) gebruiken we hier een definitie voor mensen die een andere taal geleerd hebben, ongeacht wanneer en ongeacht het niveau (ook wel “tweede/derde taal-leerders”). Wat voor type meertalige ben jij?
Ik heb van mijn geboorte tot mijn 25e jaar in Nijmegen geleefd en van mijn 25e tot nu op mijn 68e levensjaar in Duitsland. Ik droom op z’n duits, denk op z’n duits….maar tellen en met mijn( duitse) hond spreek ik nederlands.
Waarom ?…ik weet het niet. Ik woon in een omgeving met veel buitenlanders en ook veel hondeneigenaren. Het is mij opgevallen dat dit fenomeeen bij veel andere precies hetzelfde is.
Ik denk er weleens over na dat wanneer ik ooit dement zou worden welke taal er dan bij mij naar boven gaat komen en in welke taal ik dan met de verplegers zal gaan praten.
Ook interessant zou zijn om te weten of het gebruik van de ene taal en de wissel naar de andere taal een ander bereik in de hersens in werking zet.
Voor jullie eventueel interessant het eens te onderzoeken.
Een vriendelijke groet uit Düsseldorf/ Duitsland.
Dag Barbara, interessante gedachte. Wat gebeurd er wanneer je dement wordt in zo een situatie. Ik woon in Oostenrijk en kende een Nederlandse vrouw die hier al vele tientallen jaren gewoond heeft. Dement geworden. Hoewel zij vloeiend Duits sprak, werd het steeds moeilijker. Uiteindelijk was de Duitse taal haar vreemd geworden. In het Altes/Pflegeheim werd het steeds duidelijker dat de vervreemding van het Duits een rol ging spelen. Praten deed zij nauwelijks meer. Wanneer mijn vrouw (werkte in de zorg) met haar Nederlands sprak, bloeide ze helemaal op. Ik denk dus dat de dementie op taalgebied het isolement mogelijk zal vergroten. Volgens mij werkt de ‘vreemde’ taal als een katalysator. Mogelijk dat een tweetalige opvoeding vanaf peuterleeftijd hier van voordeel is ? Ik denk ook dat er verschil is tussen talen. Duits lijkt bvb meer op Nederlands dan de Franse taal. En zo zijn er nog een groot aantal factoren die daar invloed op hebben. Misschien wel ten voordele bij een mogelijke dementie op latere leeftijd. Interessant in ieder geval. PS. Berg en Dal – buurjongen?