This post is also available in Engels.
Toen ik vijf jaar was, liet mijn basisschoollerares me voor een, mijns inziens, onterecht lange tijd met mijn gezicht naar de muur zitten, omdat ik een enkele lettergreep had geproduceerd die preutsere mensen het k-woord zouden noemen. Ze strafte me, omdat ik geen ander woorden had gebruikt zoals klote, poep of drommels. Mijn drang naar het gebruik van grove taal bleek niet tegen te houden, terwijl ik met een verrijkte woordenschat volwassen werd. Hoewel het gebruik van wat grove woorden misschien onacceptabel is in hogere sociale kringen, is schelden zo slecht nog niet.
Beter, sneller, sterker?
In een eerder blog lieten we je al weten dat schelden niet per se een slechte gewoonte is—we schelden om speciale redenen, waarbij we zelfs delen van ons brein gebruiken die we bij normaal taalgebruik niet nodig hebben. Naast fysieke effecten (bijvoorbeeld een hogere pijngrens), heeft grof taalgebruik ook mentale gevolgen. Een onderzoek uit 2018 toonde aan dat hardop schelden je prestaties kunnen verbeteren in fysieke taken, zonder dat het je hartslag of bloeddruk verandert. Deelnemers die op een verbale manier wat stoom afbliezen tijdens een handgreep-taak deden het beter dan deelnemers die niet mochten schelden. De deelnemers voerden ook een taak uit waarbij hun anaerobe kracht en vermogen gemeten werd op een spinfiets. Ook hier deden mensen het beter als ze scholden (bijvoorbeeld met f*ck, sh*t, b*tch) dan wanneer ze normale taal gebruikten (flat, small, beige).
$#@!% eerlijk
Aan de ene kant wordt schelden historisch gezien altijd al geassocieerd met onzedelijkheid, antisociaal gedrag en oneerlijkheid. Aan de andere kant kan je een vuilbek zien als een eerlijker persoon, omdat hun taalgebruik ongefilterd is. Een onderzoek uit 2017 onderzocht het verband tussen eerlijkheid en grof taalgebruik door 276 mensen vragenlijsten in te laten vullen over hun eigen vulgaire taal, hun gedrag te onderzoeken in een laboratorium, en hun taalgebruik in dagelijkse situaties te analyseren. De onderzoekers zagen dat vulgair taalgebruik geassocieerd was met minder liegen en bedrog voor individuen, en met meer integriteit op maatschappelijk niveau. Ook schelden met je collega’s en vrienden werd gezien als een sterke indicator van de hoeveelheid vertrouwen onderling—een gevoel van vriendschap. Maar laten we niet vergeten dat Amerikanen in 2016 dachten dat Donald Trumps aanhoudende gescheld betekende dat hij gewoon heel eerlijk was.
Ben je dommer als je slechter praat?
Voorstanders van fatsoenlijk taalgebruik zeggen graag dat als je veel scheldt, je onbeschaafd, onvriendelijk en dom bent. Een veelvoorkomende misvatting is dat schelden het gevolg is van weinig en slecht praten; mensen kunnen zich niet uitdrukken omdat ze een klein woordenschat hebben. Taalonderzoek laat echter zien dat een groter scheldwoordenschat positief geassocieerd is met algehele taalbeheersing; hoe meer scheldwoorden iemand kende, hoe beter zij in het algemeen de taal beheerste. Desalniettemin is iemands kennis van scheldwoorden niet hetzelfde als het gebruiken van scheldwoorden in het dagelijks leven. Hetzelfde onderzoek vond ook dat een grotere scheldwoordenschat geassocieerd was met meer persoonlijkheidstrekken als neuroticisme en openheid, en met minder aangenaamheid en ordelijkheid.
Of je grof taalgebruik nou ziet als een teken van verschrikkelijke agressie of gewoonweg als een manier om emotie uit te drukken, we kunnen het er allemaal over eens zijn dat schelden een krachtige manier is om te communiceren. Of je nou schreeuwt of fluistert, scheldwoorden hebben duidelijke effecten op de spreker en de luisteraar. Onderzoek heeft uitgewezen dat grof taalgebruik een fysiologisch, emotioneel en sociaal doel heeft—maar het gebruik van zulke taal is alleen effectief omdat de woorden zelf ongepast zijn. Verschillende culturen schelden op allemaal verschillende manieren. Het ligt er net aan wat de normen en waarden zijn, en wat op dat moment impopulair is. Maar we hebben één ding gemeen: we vinden scheldwoorden zo leuk omdat ze eigenlijk niet mogen.
Oorspronkelijke taal: Engels
Auteur: Christienne Gonzales Damatac
Buddy: Francie Manhardt
Editor: Mónica Wagner
Vertaler: Wessel Hieselaar
Editor Vertaling: Felix Klaassen