This post is also available in Engels.
Gehoorzaamheid (het toegeven aan de expliciete instructies van een autoritair figuur) is een lastig begrip. Hoewel het in veel contexten aan de orde van de dag is heeft het toch een bijklank. Zo is in een klaslokaal gehoorzaamheid gewenst, maar als je baas je op werk vraagt iets frauduleus te doen is het juist ongewenst. De gevolgen en daarmee onze evaluatie van gehoorzaamheid zijn dus afhankelijk van de context.
De sociale psychologie wil daarom al een tijd graag weten hoe het zit: hoe gehoorzaam zijn mensen nu eigenlijk, en hoe ver kunnen mensen gaan als gevolg van die gehoorzaamheid?
Een controversiële klassieker: Milgrams gehoorzaamheidsexperiment
In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog was er een sterke interesse in gehoorzaamheid. Men vroeg zich af hoe de Holocaust had kunnen gebeuren, mede door op het eerste gezicht heel normale mensen (zie bijv. Hannah Arendt’s ‘De banaliteit van het kwaad’). Was dit het gevolg van het simpelweg opvolgen van bevelen? Vanuit deze vraag is een zeer controversieel gedragsexperiment ontstaan dat tot de klassiekers uit de experimentele psychologie wordt gerekend.
Stanley Milgram voerde een reeks experimenten uit om te kijken hoe ver proefpersonen zouden gaan in het pijn doen van anderen als ze dit werd opgedragen door een autoritair figuur. Dit deed hij met behulp van een opzet met 3 personen: De proefpersoon, de onderzoeker en een tweede proefpersoon in een andere ruimte, die in werkelijkheid een collega-onderzoeker was. De proefpersoon moest de andere (nep-proef)persoon vragen stellen via een microfoon en speaker en bij elk fout antwoord een elektrische pijnprikkel geven. Bij elk volgende foute antwoord moest de schokintensiteit omhoog. Wanneer de proefpersoon protesteerde zei de onderzoeker enkel de woorden ‘dat het belangrijk was door te gaan in het belang van het experiment’. In werkelijkheid vonden er geen elektrische impulsen plaats, hoewel de nep-proefpersoon wel deed alsof hij pijn had of zelfs buiten bewustzijn raakte. Bijna alle proefpersonen gaven gehoor aan het verzoek van de onderzoeker om ‘in het belang van het experiment’ de andere persoon schokken te geven met soms zelfs dodelijke schokintensiteiten.
Op basis van dit experiment dacht men dus inderdaad dat mensen vreselijke dingen kunnen doen uit gehoorzaamheid (zie bijv. ook het Stanford gevangenisexperiment). Er is echter een ‘maar’…
Zegt Milgrams onderzoek iets over gehoorzaamheid?
Los van de ethische bezwaren rondom het experiment van Milgram zijn er sterke indicaties dat het onderzoek niet betrouwbaar is uitgevoerd. Ten eerste kan niet worden uitgesloten dat proefpersonen alleen maar gehoorzaamden omdat ze dachten dat dit van hen verwacht werd en ze eigenlijk niet geloofden dat ze iemand echt elektrocuteerden. Ten tweede heeft Milgram in werkelijkheid niet één maar 23(!) experimenten uitgevoerd en alleen het meest succesvolle experiment gerapporteerd. Ten derde bleek veel later dat de meerderheid van de proefpersonen niet gehoorzaam was als ze dachten dat de nep-proefpersoon daadwerkelijk elektrische schokken kreeg. Oftewel, zo gehoorzaam waren ze helemaal niet. Als vierde en laatste punt blijkt uit retrospectieve analyses en replicatiestudies dat sterkere bevelen om door te gaan met het experiment juist leidden tot méér weerstand van de proefpersoon; een sterker bevel leidde dus niet tot meer gehoorzaamheid. Maar wat dan wel?
Een alternatieve verklaring voor de gehoorzaamheid die Milgram vond is dat zijn proefpersonen graag de onderzoeker wilden helpen. Zo blijkt dat proefpersonen die zich identificeerden met de onderzoeker vaker gehoorzaamden en proefpersonen die zich identificeerden met de nep-proefpersoon vaker protesteerden of weigerden. Het meegaan in de bevelen van de onderzoeker kan daarnaast komen doordat proefpersonen wisten dat het een experiment in een lab was en niet een situatie in het echte leven.
Gehoorzaamheid buiten het lab
Al met al zijn we dus niet zo gehoorzaam als Milgrams onderzoek lijkt te schetsen; we volgen bevelen niet klakkeloos op en houden rekening met de context. Maar zegt dit iets over de gruwelijkheden van de Holocaust? Dat was tenslotte de aanleiding voor deze reeks experimenten.
Een van de lessen van Milgrams onderzoek is dat gehoorzaamheid mede wordt bepaald door met wie je je identificeert. Dit is een bevinding die inzicht zou kunnen bieden waarom Nazi’s hun slachtoffers ontmenselijkten. Joden (en anderen) werden afgeschilderd als beesten. Door ze systematisch te labelen, in een uniform te hijsen en hun haar af te knippen werd hun persoonlijke identiteit afgenomen. Daarmee werd de kans dat iemand zich met hen zou identificeren (en weerstand zou bieden) verkleind.
Daarnaast hebben we gezien dat het in Milgrams onderzoek veel uitmaakte of de proefpersoon geloofde dat er iemand (door hun toedoen) werd geëlektrocuteerd. Iets vergelijkbaars zou plaats hebben kunnen gevonden tijdens de Holocaust. Mogelijk kon een deel van de populatie zich simpelweg niet indenken dat het mogelijk was dat er zulke verschrikkelijke taferelen plaatsvonden als in de Nazi concentratie- en vernietigingskampen. Echter zijn er berichten dat gewone burgers mogelijk toegang hadden tot informatie over horrors van de Holocaust, dus het is moeilijk hier echt iets over te zeggen.
We moeten echter niet vergeten dat er wel degelijk weerstand was: denk aan het verzet, opstanden, aanbieders van onderdak en andere vormen van tegenbeweging. Juist dat laat zien dat mensen zelfs onder de meest extreme en verschrikkelijke omstandigheden in staat zijn om tegenstand te bieden. En hoewel er sinds Milgrams experimenten nog ontzettend veel onderzoek is gedaan naar gehoorzaamheid, valt die menselijke eigenschap niet makkelijk te vangen in een lab-experiment.
Originele taal: Nederlands
Credit
Auteur: Felix Klaassen
Buddy: Floortje Bouwkamp
Editor: Wessel Hieselaar
Vertaler: Jill Naaijen
Editor vertaling: Rebecca Calcott
Uitgelichte afbeelding verkregen van Pixabay via Pexels