This post is also available in Engels.
Het aantal mentale aandoeningen neemt wereldwijd toe, en voor sommige is er nog geen effectieve behandeling gevonden. Het diagnostisch classificatiesysteem van de psychiatrie (DSM) wordt vaak bekritiseerd. Is neuroscience(hersenwetenschap) de oplossing?
Foto van Mim.cis – John Hopkins University, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=46493124. Het beeld vertoont een MRI scan van een menselijk brein.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) neemt de last van mentale aandoeningen steeds maar toe; dit heeft zowel sociale, economische als gezondheidsproblemen als gevolg. Problemen die momenteel centraal staan zijn de huidige diagnostische criteria en ineffectieve behandeling. Een diagnose alleen lijkt een slechte voorspeller in het kiezen van de juiste behandeling. Er zijn grote individuele verschillen als het op reacties op behandeling aankomt. In sommige gevallen hebben mensen er zelfs helemaal niks aan.
Problemen met het huidige diagnostische werktuig van de psychiatrie
Het diagnostisch handboek dat wordt gebruikt in de psychiatrie (DSM) baseert zich nu op symptomen: het vertrouwt op zelfrapportage over gevoelens en ervaringen van patiënten en op de expertise en ervaring van klinische medewerkers. Er is aangetoond dat dit subjectieve karakter van de diagnostiek leidt tot inconsistentie tussen patiënten en behandelaren. Daarbij is het handboek ook nog eens ingericht op een classificatiesysteem dat aan de hand van specifieke symptomen mensen in precieze, niet-overlappende categorieën plaatst. Het probleem is alleen dat veel aandoeningen in feite wel een overlap hebben in symptomen, en om dingen nog gecompliceerder te maken hebben veel patiënten met één aandoening vaak ook kenmerken van een andere aandoening of zelfs meerdere aandoeningen tegelijkertijd! De grenzen tussen aandoeningen zijn dus vaak niet zo strak als de DSM doet vermoeden.
Mentale aandoeningen vinden hun oorsprong in het brein
Sommigen proberen het huidige diagnostisch probleem van de DSM op te lossen door meer en meer ‘objectieve’ informatie aan de DSM toe te voegen. Eén objectieve benadering om een mentale aandoening te diagnosticeren is bijvoorbeeld om hersenscans toe te voegen. Hierop zouden dan patronen te zien kunnen zijn van hersengebieden die meer of minder geactiveerd zijn bij een bepaalde aandoening. Mentale aandoeningen vinden hun oorsprong in het brein. Neuroscienceheeft als doel om normaal en abnormaal functioneren van hersenen en geest (inclusief cognitie en emotie) te begrijpen. Het wordt gezien als het onderzoeksgebied dat de objectieve benadering van diagnostische criteria en behandelingen van mentale aandoeningen zou kunnen verbeteren.
Het US National Institute of Mental Health (NIMH)(mentale gezondheidsinstituut van de VS) heeft het Research Domain Criteria (RDoC)(criteria voor onderzoeksdomeinen) project voorgesteld waar vijf domeinen centraal worden gesteld bij psychopathologie. De domeinen richten zich vooral op onderwerpen als emotie, cognitie, motivatie en sociaal gedrag, waarbij elk domein een hersensysteem vertegenwoordigt dat verzwakt zou kunnen zijn door een aandoening. Het RDoCproject is ontwikkeld om de vertaling van neurosiencenaar de klinische diagnose en behandeling makkelijker te maken. Het belangrijkste verschil met de DSM is dat de RDoC de classificatie baseert op gedrags- en neurobiologische maten zoals een hersenscan. Deze maten zijn minder categorisch van aard en niet zo geneigd om verwante aandoeningen in aparte hokjes te stoppen.
Met deze aanpak hopen we dat zowel risicofactoren als oorzaken achter mentale aandoeningen beter toegespitst kunnen worden om behandeling te verbeteren. Ondanks de ontwikkeling binnen de neurosciencezijn er nog weinig tot geen stappen ondernomen om inzichten uit dit vakgebied te integreren in de klinische praktijk. Er wacht waarschijnlijk nog een grote uitdaging, met nog meer inspanning in educatie en onderzoek.
Geschreven door Mahur, aangepast door Annelies, vertaald door Rowena