This post is also available in Engels.
Je kent het vast wel: je ontwaakt uit een diepe slaap en herinnert je vaag iets over een droom die je had. Even later is de droom verdwenen.
Droomt iedereen?
Een gemiddeld mens brengt ongeveer een derde van zijn tijd slapend door. In al deze slapende uren komen er een boel dromen voorbij. Dromen kunnen je naar een andere wereld brengen, waar je kan vliegen met reusachtige giraffen. Of ze nemen je juist mee naar een gebeurtenis van de dag ervoor: je herbeleeft die belangrijke presentatie, alleen sta je nu opeens poedelnaakt voor het publiek. Van al deze dromen herinner je je er waarschijnlijk maar een paar. Sommige mensen onthouden relatief vaak hun dromen. Andere mensen hebben het gevoel dat ze nooit dromen. Onderzoek toont aan dat iedereen droomt, maar dat degenen die zeggen van niet ze gewoon niet onthouden. Over het algemeen vergeet je een groot deel van de dromen die je in je leven hebt. Dit wijdverspreide fenomeen wordt droomamnesie genoemd.
Dromen onthouden of vergeten
Er is flink wat discussie over waarom droom amnesie zou bestaan. Functioneel gezien is het best logisch dat we onze dromen vergeten. Dromen zijn niet echt, het zijn geen ervaringen uit de werkelijke wereld die we moeten onthouden om van te leren. Maar wat merkwaardig is, is dat we in onze dromen vaak bizarre en zeer emotionele dingen meemaken die we absoluut zouden onthouden als we wakker zouden zijn. Bovendien is een belangrijk aspect van dromen dat je je niet bewust bent van het feit dat je droomt. Als dat zo is, en we ervaren een droom als een daadwerkelijke gebeurtenis, waarom onthouden we die dan niet? In andere woorden: waarom vergeten we veel van onze dromen?
Droom als simulatie van de realiteit
Er luidt niet één antwoord op deze vraag. Droomonderzoeker Antti Revonsuo bekijkt het vanuit een evolutionair perspectief. Volgens zijn theorie zijn dromen bedoeld om de realiteit te simuleren. Op deze manier oefen je als het ware hoe je omgaat met bepaalde situaties in het dagelijks leven, en kun je je optimaal voorbereiden op verschillende uitdagingen. Tijdens je droom, ofwel de simulatie van de werkelijkheid, is je brein al aan het oefenen. De droom zelf hoeft om die reden niet per se opgeslagen te worden. Dit wordt nog verder verduidelijkt door onderscheid te maken tussen declaratief (of expliciet) geheugen en procedureel (of impliciet) geheugen.
Oefenen in je droom
Onder je declaratief geheugen vallen herinneringen van feiten en gebeurtenissen, oftewel “weten wat”. Dit zijn herinneringen die je bewust kan oproepen. Je procedureel geheugen daarentegen heeft te maken met geleerde vaardigheden, oftewel “weten hoe”. Dat zijn in feite onbewuste herinneringen van bepaalde handelingen of taken en hoe je die moet uitvoeren (zoals fietsen). Wil je meer weten over het geheugen? Neem dan eens een kijkje bij een van de andere blogs hierover. Declaratief geheugen lijkt niet goed te werken tijdens dromen, omdat er dus vaak geen expliciete herinnering is opgeslagen van de droom. Dat betekent niet dat je procedurele geheugen ook niet werkt. De voorgestelde functie van dromen als simulatie van de realiteit kan beschouwd worden als procedureel leren. De vaardigheden zelf kunnen getraind worden zonder een letterlijke herinnering van de trainingssituatie (ofwel de droom).
Het zou ook zorgwekkend zijn als we al die dromen over vliegende giraffen en presentaties in ons geheugen opslaan. Je brein is continu bezig om zo nauwkeurig mogelijk informatie te selecteren zodat we adequaat kunnen reageren op toekomstige gebeurtenissen. Informatie die om wat voor reden dan ook niet relevant is wordt niet opgeslagen. In evolutionaire zin is vergeten eigenlijk iets goeds.
Geschreven door gast blogger bewerkt door Mahur en Felix, vertaald door Rowena en bewerkt door Christienne.
Deze blog is geschreven door Kyrah Wilmink, onderzoeker bij het Donders Instituut. Kyrah loopt stage bij het Memory Dynamics lab en onderzoekt daar hoe ons geheugen werkt, met name door naar neuronale circuits in de hippocampus van muizen te kijken.