Een kleur benoemen is makkelijk. Maar een geur? Waarom zijn die zo moeilijk te omschrijven? Is ons brein er niet toe in staat of spreken wij een taal die hiervoor niet toereikend is? Professor Asifa Majid van de Radboud Universiteit ging naar Maleisie om het uit te zoeken.
Geuren en kleuren
Als je iemand een object toont en vraagt de kleur ervan te benoemen, doen ze dat moeiteloos. Meestal gebruiken ze een abstracte term voor de kleur, zoals “rood”, in plaats van “tomaat-kleurig”. Men wordt het makkelijk eens over de omschrijving van de kleur. Met geuren is dit niet het geval.
Onze taal heeft bijna geen abstracte termen voor geuren; omschrijvingen als “kaneel-achtig” worden wel eens gebruikt, maar zoiets eenduidigs als “rood” kennen we niet voor geuren. Men kan alleen verwijzen naar andere geurige objecten om een geur aan te duiden, zoals je een rode auto “tomaat-kleurig” zou noemen. Ook is het zo dat verschillende mensen vaak verschillende woorden gebruiken om hetzelfde te omschrijven – ze zouden “kruidig”, “als appeltaart”, “snoep-achtig”, “fruitig”, “zoet” etc. kunnen gebruiken voor een geur. Er bestaan woorden als “welriekend” en “stinkend”, maar die verdelen geuren eigenlijk in plezierig en naar, wat niet heel specifiek is.
Mensen zijn dus vrij slecht in het bespreken van geuren. Komt dit door onze taal (die geen abstracte woorden voor geuren biedt) of omdat we geen neuzen als bloedhonden hebben? Met andere woorden, is dit een beperking van onze taal of van ons brein? Het menselijk brein is mogelijk veel slechter dan dat van andere dieren als het gaat om het verwerken van geur-informatie. Het antwoord werd in Azië gevonden.
Een taal met geur-vocabulaire
Professor Majid ging naar Maleisie en bezocht de inheemse mensen die Jahai spreken. In de Jahai-stam kent men een forse woordenschat voor geuren. Ze vroeg de Jahai om 12 geurstoffen te benoemen en vond dat zij heel consistent waren in het benoemen van de geuren. Hun woorden voor geuren zijn niet direct te vertalen naar het Nederlands – sommige woorden leken te onderscheiden tussen eetbaar en oneetbaar, andere tussen plezierig en onplezierig. Maar het gaat verder dan dat: voor de stank van bedorven voedsel, benzine en iets rottends gebruikten de Jahai drie verschillende woorden.
In Europa bleken Engelssprekenden verrassend slecht in deze taak – slechts weinigen konden de geuren correct omschrijven, en bijna iedereen gebruikte andere woorden. Dit terwijl de onder de geuren zeer herkenbare dingen als benzine, chocola en zeep waren, welke veel bekender zijn voor de Engelssprekende Westerlingen dan voor de jager-verzamelaar gemeenschap van de Jahai.
De Jahai leren ons dat “slecht geuren kunnen omschrijven” niet alleen door onze hersenen wordt veroorzaakt. Onze Westerse talen hebben geen goede woordenschat voor dit doeleinde, wat het lastig voor ons maakt om geuren te klassificeren. Op dit punt presteren wij in het Westen onder ons kunnen!
Meer informatie
Artikel over geuren in Jahai taal door Asifa Majid
Dit blog is geschreven door Alina en Richard.
Vertaling door Piet.