Afbeelding door Alina Lartseva

Twee talen zijn beter dan één

Nederlanders zij trots op hun meertaligheid, en met recht: 94% van de Nederlandse bevolking kan een gesprek voeren in tenminste één vreemde taal, vergeleken met 66% van de Duitsers, 50% van de Fransen en 39% van de inwoners van het Verenigd Koninkrijk. Het lijkt erop dat meertaligheid hier eerder norm dan uitzondering is; naar schatting krijgt meer dan de helft van onze inwoners tenminste twee talen met de paplepel ingegoten (hoewel de precieze getallen moeilijk te achterhalen zijn). Wat doet dat met je brein?

Afbeelding door Alina Lartseva
Afbeelding door Alina Lartseva

Wie is tweetalig?
Als mensen het woord ‘tweetalig’ horen denken ze vaak aan iemand die twee talen even vloeiend spreekt. Maar het komt maar zelden voor dat beide talen precies in balans zijn. Sommige mensen spreken twee talen van kinds af aan, maar gebruiken één van die talen vaker, zodat die taal dominant wordt. Anderen beginnen pas op latere leeftijd een tweede taal te spreken, bijvoorbeeld na verhuizing naar een ander land, en bereiken hetzelfde niveau als de ‘native speakers’. Meertaligheid kan je dus beter beschouwen als een spectrum dan een alles-of-niets scenario.

Wat doet meertaligheid met je brein?
Tweetalig opgroeiende kinderen hebben een aantal extra mentale taken te verwerken. Ze moeten bijvoorbeeld alle woorden twee keer leren. Ze moeten ook onthouden wie welke taal spreekt, en mensen aanspreken in een taal die ze begrijpen, en soms zelfs van taal wisselen midden in een gesprek. Als gevolg hebben tweetalige kinderen een beter ontwikkeld geheugen en aandachtsvermogen. Ze wisselen makkelijker van taak en worden minder snel afgeleid door irrelevante informatie. Een tweede taal spreken helpt je ook bij het ouder worden: ouderen hebben vaak meer moeite met concentreren en onthouden, maar in tweetaligen zie je deze problemen pas later ontstaan. Bovendien beschermt tweetaligheid ook tegen dementie: gemiddeld zie je in tweetalige patienten dementie gemiddeld pas 4-5 jaar later dan bij ééntalige patienten.

Kan het ook verkeerd uitpakken?
Veel mensen denken dat een kind opvoeden in twee talen taalgebreken of een ontwikkelingsachterstand kan veroorzaken. Maar de praktijk laat zien dat kinderen twee talen prima aan kunnen: ze beginnen gemiddeld op dezelfde leeftijd te praten als ééntalige kinderen. Sommige kinderen uit internationale families spreken zelfs 4 of 5 talen. Natuurlijk hangt de vaardigheid in een bepaalde taal af van de hoeveelheid oefening die je erin krijgt. Als één taal minder wordt gesproken zal het kind er minder van oppikken, of zelfs weigeren die taal te spreken. Nou, misschien is 5 talen wat ambiteus, maar opgroeien met twee talen is dus zeker niet verkeerd. Bovendien scheelt het je een boel tijd in taallessen later in je leven!

Meer informatie
Statistieken over tweetaligheid
Tweetaligheid in kinderen
Tweetaligheid en autisme
Tweetaligheid en dementie

Dit blog is geschreven door Alina.

Vertaling door Piet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categories