Hoe laat is het in jouw brein?

Is het je ooit opgevallen dat, afhankelijk van de omstandigheden, de tijd soms vliegt en soms wel lijkt te kruipen? Door het mysterie te ontrafelen van hoe onze hersenen de tijd bijhouden, komen we meer te weten over hoe onze gemoedstoestand niet alleen beïnvloedt wat we waarnemen, maar ook hoe dit waarnemen precies gebeurt.

This post is also available in Engels.

Wat zorgt voor het “gerikketik” in het brein? Ja, we hebben allemaal een interne klok in onze hersenen, die ons in staat stelt de tijd bij te houden.

Hersengebieden geactiveerd tijdens tijdwaarneming: de “centrale klok” 
IPL, inferieure pariëtale lobule; DLPFC, dorsolaterale prefrontale cortex; AIC, anterieure insulaire cortex; PC, peristriate cortex; BG, basale ganglia; Gp, globus pallidus; ACC, anterieure cingulate cortex; SMA, supplementaire motorische zone; A, anterieur; P, posterior; L, links; R, rechts. Het oorspronkelijke figuur is overgenomen uit de publicatie Üstün S, Kale EH and Çiçek M (2017) Neural Networks for Time Perception and Working Memory. Front. Hum. Neurosci. 11:83.

De tijdmachine van de hersenen

Een intrigerende vraag is hoe de interne klok in onze hersenen wordt weergegeven. Sommige onderzoekers denken dat het interne ritme tot stand wordt gebracht door een algemene structuur – laten we die “de centrale klok” noemen – een netwerk van hersengebieden dat voor elk type van tijdverwerking zou worden gebruikt. Deze algemene “centrale klok” zou samenwerken met een meer gespecialiseerd netwerk – “de lokale klok” – waarvan de precieze locatie zou afhangen van het soort taak dat wordt verricht. Laten we bijvoorbeeld zeggen dat je luistert naar het tikken van een metronoom en dat je vervolgens hetzelfde tempo moet reproduceren door met je vingers te tikken. Voor deze taak moet je je “auditieve+motorische timing” inzetten, dus zowel de auditieve als motorische gebieden van de hersenen zullen deel uitmaken van dit lokale kloknetwerk. Als ditzelfde tempo echter eerst aan jou zou worden gepresenteerd met knipperende signalen op een scherm, dan gaat het om je “visuele+motorische timing”, waardoor deze keer zowel je visuele als je motorische gebieden worden aangesproken (evenals de centrale klok)

Informatie verzamelen om tijd te voorspellen

Binnen het centrale kloknetwerk zijn er verschillende soorten neuronen met verschillende rollen in de tijdwaarneming. Sommige groepen neuronen lijken de resterende tijd voor de verwachte gebeurtenis aan te geven – hoeveel tijd nog tot de volgende lichtflits? – terwijl andere juist daarna pas gaan werken, alsof ze de verstreken tijd na de laatste lichtflits meten. Door aanvullende informatie te geven over de timing van deze gebeurtenis, draagt dit uiteindelijk bij aan het beter voorspellen van en anticipatie op soortgelijke toekomstige gebeurtenissen.

En toch gaat het soms fout met onze tijdmachine…

Hoe aandacht de tijdsperceptie verdraait

Een van de belangrijkste bronnen van tijdsvervorming is aandacht. Hoe minder aandacht je ergens aan besteedt, hoe korter je tijdsperceptie wordt. Het omgekeerde is ook waar. Deelnemers werden tweemaal getest terwijl ze tegelijkertijd naar 2 stimuli op het scherm keken. Soms moesten ze letten op de tijdsduur en op andere momenten op zowel de tijdsduur als de kleur, zodat hun aandacht verdeeld was en ze minder aandacht konden besteden aan de tijdsduur. Interessant is dat wanneer de taak was om te beoordelen welke stimulus het kortst was, deelnemers de neiging hadden om de tijd meer te onderschatten dan wanneer ze tegelijkertijd aandacht besteedden aan kleuren. Bovendien was het centrale kloknetwerk significant minder actief wanneer de aandacht verdeeld was.

Hoe zit het met emoties?

Emoties beïnvloeden ook je tijdsbesef. Als je deelnemers een voor een bepaalde tijd emotionele en neutrale plaatjes laat zien, zullen ze denken dat het plaatje met de emotie langer te zien is.  Een treffend voorbeeld is dat van negatieve emoties, zoals angst en bezorgdheid, waarbij het verstorende effect tussen emoties en tijdsperceptie wederzijds is. Neem bijvoorbeeld angst. Wanneer deelnemers in een situatie van angst pijnlijke prikkels krijgen toegediend, zijn zij geneigd de tijdsduur langer te vinden. En omgekeerd, wanneer zij denken dat de pijnlijke stimulatie langer duurt, overschatten zij het niveau van de pijn.

Onderzoek naar de perceptie van tijd is van fundamenteel belang, omdat het regelt hoe wij anticiperen en handelingen voorspellen en ook van invloed is op de manier waarop wij ons gedragen en op onze omgeving reageren. Veel factoren lijken van invloed te zijn op de manier waarop wij tijd ervaren; onder hen lijken aandacht en emoties een grote rol te spelen. Daarom is het zo’n uitdaging om te begrijpen wat de illusie van tijd is en hoe onze voorstelling van de tijd vertekend kan zijn.

Foto van Tasha Jolly via Unsplash

Auteur: Kim Beneyton
Buddy: Rebecca Calcott  
Editor: Marisha Manahova   
Vertaler: Ellen Lommerse 
Editor vertaling: Jill Naaijen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *