This post is also available in Engels.
Waar komt de 55-38-7 regel vandaan?
Deze cijfers zijn afkomstig uit twee onderzoeken die in de jaren zeventig door Albert Mehrabian en zijn collega’s zijn uitgevoerd. In de eerste studie bekeken deelnemers korte videoclips van een vrouw die verschillende woorden zei. Woorden waren positief (bijv. bedankt), neutraal (bijv. misschien) of negatief (bijv. verschrikkelijk). Ieder woord sprak ze uit met een positieve, neutrale of negatieve stemtoon. De deelnemers moesten zich voorstellen dat de vrouw deze woorden tegen een andere persoon zei en ook moesten ze beoordelen hoe positief de houding van de vrouw ten opzichte van deze andere persoon was. Of de houding van de vrouw als negatief of positief werd ervaren werd meer afgeleid uit hoe ze sprak dan uit wat ze zei. Dus als ze bijvoorbeeld ‘bedankt’ zei met een negatieve stemtoon, dachten mensen dat haar houding negatief was. Misschien heb je dit zelf ook weleens meegemaakt 😉
In een soortgelijk experiment vergeleken onderzoekers stemtonen met gezichtsuitdrukkingen. Of de houding van de vrouw als negatief of positief werd ervaren werd meer bepaald door haar gezichtsuitdrukking dan door haar stemtoon. Dus als de vrouw een positieve stemtoon had maar een boos gezicht, beoordeelden mensen haar houding als negatief. De onderzoekers combineerden vervolgens de resultaten van de twee onderzoeken en concludeerden dat communicatie voor 55% bestaat uit gezichtsuitdrukkingen, voor 38% uit intonatie en slechts 7% uit de daadwerkelijke woorden. Zo is de 55-38-7-regel tot stand gekomen.
Wat is er mis met de 55-38-7 regel?
Sindsdien heeft de 55-38-7-regel zich over de hele wereld verspreid en is het een van de grootste misvattingen over non-verbale communicatie geworden. Maar wat is er eigenlijk mis mee?
Een probleem is dat de regel maar naar drie dingen kijkt: woorden, de stemtoon en de gezichtsuitdrukking. Maar als we met elkaar communiceren spelen ook veel andere non-verbale signalen een rol. Tijdens gesprekken gebruik je je handen om ergens naar te wijzen, knik je met je hoofd als je het ergens mee eens bent, buig je je rug achterwaarts als je verrast bent … de bijdragen van deze andere signalen, zoals van de handen, het hoofd, de mond, de ogen en het lichaam, zijn niet meegenomen in deze regel.
Bovendien hangt het belang van verbale en non-verbale communicatie af van wat er precies wordt gecommuniceerd (bijvoorbeeld: emoties versus feitelijke informatie) en in welke context (bijvoorbeeld: telefoneren versus videobellen). In de bovenstaande onderzoeken is alleen gekeken naar hoe positieve en negatieve houdingen worden gecommuniceerd en daarnaast alleen in specifieke gevallen waarin verschillende signalen elkaar tegenspreken. Het is dus waarschijnlijk waar dat wanneer je partner met een boze stemtoon ‘bedankt’ zegt, je moet oppassen. Dit betekent natuurlijk niet dat het helemaal niet uitmaakt wat je zegt wanneer je met iemand anders communiceert!
Je kunt dus niet zomaar zeggen dat 93% van de communicatie non-verbaal is. Het is onmogelijk om een ??algemene regel te hanteren die van toepassing zou zijn op alle communicatieve situaties, zoals de 55-38-7-regel. Natuurlijk is non-verbale communicatie belangrijk, maar dat geldt ook voor verbale communicatie! Pas dus op: je woorden zijn ook belangrijk!
Auteur: Marlijn ter Bekke
Buddy: Francie Manhardt
Editor: Monica Wagner
Vertaling: Ellen Lommerse
Editor vertaling: Felix Klaassen