This post is also available in Engels.
Machines worden elke dag slimmer en slimmer. Wie weet heb je op een dag zelfs een robot als collega. Hoe gaan we met zo’n verandering om?
Slimme machines maken een steeds groter deel uit van ons leven. We vertrouwen op onze draagbare machientjes voor bijna alles, of het nou gaat om het bekijken van de weersvoorspelling of om een afspraak te plannen. Ze worden ook steeds slimmer. Het is dus niet gek om je in te beelden dat slimme machines zoals robots binnenkort misschien wel onze collega’s worden met wie we schouder-aan-schouder moeten samenwerken. Maar hoe zou je in een team werken met iemand die niet erg samenwerkend is en je belachelijk maakt? Zou je het minder serieus nemen omdat het een robot is en niet een mens?
Blijkbaar zijn we geneigd feedback van robots serieus te nemen. Wat een robot zegt is zo belangrijk dat mensen slechter presteren wanneer ze door een robot worden beledigd. In een recent onderzoek speelden proefpersonen een strategisch spel genaamd “Guards and Treasures” tegen Pepper, een voor consumenten beschikbare, menselijke robot. Tijdens dit spel werden sommige proefpersonen geprezen door Pepper, terwijl anderen negatieve opmerkingen kregen, zoals “ik moet zeggen dat je een verschrikkelijke speler bent”. Naarmate het spel vorderde presteerden alle spelers beter, maar zij die door Pepper werden bekritiseerd gingen er minder op vooruit. Van ander onderzoek weten we dat grof gedrag negatieve invloed heeft op iemands prestaties, bijvoorbeeld doordat het psychologische stress veroorzaakt. Deze bevindingen suggereren dat Peppers negatieve feedback spelers op een bepaalde manier emotioneel weet te raken.
De auteurs van deze studie benadrukten de innovatie: in plaats van te focussen op hoe mensen en robots samen kunnen werken, concentreerde deze studie zich op een scenario waarin de samenwerking uit de hand loopt. Hoewel het klopt dat de context in deze studie anders was dan in de meeste studies naar robot-mensinteracties, lijken de resultaten nog steeds tot dezelfde conclusie te leiden: Proefpersonen reageren hetzelfde op robots als ze op mensen doen. Waarom gebeurt dit?
We nemen interacties met robots serieus omdat we intenties en motivaties, twee belangrijke aspecten van ‘menselijkheid’, toewijzen aan alles dat enigszins mensachtig is. Pepper is duidelijk geen mens maar heeft wel twee ogen en een mond en kan praten, wat eigenlijk al genoeg is om het als een mens te behandelen. Onze neiging om anderen als mens te beschouwen heeft ook een voordeel: we vertrouwen entiteiten die op ons lijken. Dit is belangrijk als je nagaat dat, in de nabije toekomst, slimme machines misschien de taken van leraren of zorgverleners over zullen nemen. Er is dus een grote kans dat mensen robots zullen vertrouwen en eventueel gehoorzamen.
Een robot trainen om beleefd te zijn is een haalbaar doel. Er zijn echter situaties waarin mensen zich ook kunnen misdragen. Mensen zijn heer en meester in trash talk en trollen, vooral online. Een zo’n voorval was in 2016, toen Microsoft een chatbot genaamd Tay introduceerde die een Twitter-account had gekregen met de taak te leren van menselijke interacties. De bot was echter binnen 24 uur alweer offline gehaald vanwege racistische en beledigende opmerkingen.
Deze voorbeelden waarin zowel mensen als robots respectloos kunnen zijn, hoewel wat extreem, suggereren dat leren om samen te leven met non-biologische intelligentie niet makkelijk zal zijn. Er zullen omgangsregels moeten worden opgezet. Maar zullen slimme machines en mensen zich er wel aan houden?
Originele taal: Engels
Credits
Auteur: Julija Vaitonyte
Buddy: João Guimarães
Editor: Rebecca Calcott
Vertaler: Felix Klaassen
Editor vertaling: Wessel Hieselaar
Uitgelichte afbeelding door Pete Linforth Pixabay (license)