Donders Wonders Blog

Kunnen moeilijke eters gewoon heel goed proeven?

This post is also available in Engels.

Kieskeurig zijn over eten wordt vaak gezien als een gebrek aan verfijndheid of gewoon moeilijk doen. Onderzoek suggereert echter dat moeilijke eters eigenlijk juist hoogsensitieve proevers zijn.

We kennen allemaal wel een lastige eter, misschien ben je er zelf wel een. Kieskeurige eters en mensen die terughoudend zijn in het proberen van nieuw voedsel worden vaak gezien als bekrompen of lastig; mensen die niet in staat zijn om nieuwe verfijnde smaken te waarderen. Echter, onderzoek naar smaakwaarneming suggereert het tegenovergestelde: kieskeurige eters zijn misschien juist hele sensitieve proevers.

Het wordt gedacht dat moeilijke eten onder kinderen een evolutionaire oorzaak heeft, maar niet iedereen groeit eroverheen.

Afbeelding door LiveLaughLove via Pixabay (CC0)

De dochter van een wijnkenner, Anne Fadiman had een groot deel van haar leven last van haar afkeer van wijn, en dacht dat er iets mis was met haar gehemelte. Dat duurde tot, zoals ze in haar artikel beschreef, ondervond ‘Hoe wetenschap me redde van het doen alsof ik wijn lekker vind’. Ze ontdekte door een serie smaaktesten dat ze tot een elite groep van hooggevoelige proevers behoorde.

Smaakgevoeligheid en fungiform pappilae

Smaakgevoeligheid wordt deels bepaald door het aantal fungiform pappilae op je tong en hun zenuwverbindingen. Fungiform pappilae zijn de paddenstoelvormige bolletjes (zoals de naam doet vermoeden) op  de voor- en zijkanten van je tong waar de smaakpapillen zitten. In het algemeen geldt: hoe meer fungiform papillae, hoe gevoeliger de zenuwverbindingen en hoe gevoeliger de proever.

Smaakgevoeligheid wordt voor een deel bepaald door het aantal fungiform pappilae (de grotere paddenstoelvormige bultjes op je tong) en hun zenuwverbindingen.

Afbeelding via Pixabay (CC0).

Hooggevoelige proevers worden vaak verward met ‘superproevers’, een term die bedoeld is voor mensen die hoogsensitief zijn voor de bittere smaak van de stof 6-n- (PROP). Niet iedereen kan PROP proeven. Schattingen suggereren dat 25% van de mensen überhaupt geen PROP kan proeven (ook wel ‘non-proevers’ genoemd), terwijl 25% van de mensen hier overgevoelig voor zijn (zogeheten ‘superproevers’) en het al bij extreem lage concentraties proeven. Onderzoek heeft ook laten zien dat de aanwezigheid van bepaalde genen die coderen voor smaakreceptoren gekoppeld is aan hoe mensen PROP proeven. In Fadimans geval was haar verhoogde gevoeligheid voor bittere smaken de oorzaak voor haar afkeer van de meeste wijnen (een eigenschap die vaker voorkomt dan je denkt).

De geschiktheid van PROP

Vanwege zijn kenmerken wordt PROP vaak gebruikt voor het meten van smaakgevoeligheid, maar veel onderzoekers menen ook dat het niet een representatieve maat voor smaakgevoeligheid is. Ten eerste is bitterheid een complexe smaak dus zou het kunnen dat mensen die niet gevoelig zijn voor PROP nog steeds gevoelig zijn voor andere bittere stoffen. Daarnaast weet je misschien nog van dit blog dat er tenminste vier basissmaken zijn naast bitter: zoet, zuur, zout en umami (de hartige smaak van vlees). Mensen kunnen verschillend gevoelig zijn voor de verschillende smaken. Wat betreft onze gevoeligheid voor de bittere smaak van PROP zou het kunnen dat de gevoeligheid voor andere smaken ook een genetische basis heeft. Tot nu toe hebben onderzoekers bewijs kunnen vinden voor genetische variaties die geassocieerd zijn met verschillen in gevoeligheid voor zoet en umami.

Samengevat kunnen genetica en de fysiologie van onze tong die daaruit volgt  een groot deel van onze smaakvoorkeuren bepalen. Dat is waarom je favoriete gerecht iemand anders kan laten gruwelen. Moeilijke eters doen dus niet alleen maar moeilijk. Echter, het is ook belangrijk om te beseffen dat biologie niet alles bepaalt en je smaakgevoeligheid over tijd kan veranderen wanneer je met bepaalde smaken in aanraking komt. Door iets opnieuw te proeven kun je er misschien achter komen dat iets wat je dacht niet te lusten eigenlijk best lekker is!

Geschreven door Monica Wagner, aangepast door Eva Klimars, vertaald door Rowena Emaus.

Website | + posts

Having been raised with two languages herself, Mónica Wagner is interested in how people use and learn multiple languages, especially when it comes to the sounds of languages. During her licence in psychology (National University of Córdoba, Argentina) she looked into whether people who speak two (or more) languages, when wanting to say the word for ‘dog,’ consider the name in both of their languages. Then, during her Master’s in cognitive neuroscience (Radboud University, The Netherlands), she looked at the other side of the coin: whether bilinguals can selectively listen in one of their languages (sometimes even the wrong one!) and the role of the context they’re in at the moment or whether or not the speaker has a foreign accent. Currently Mónica is working on her PhD at the Donders Centre for Cognition (The Netherlands), where she’s studying individual differences in foreign accent, that is, why some people struggle so much to get rid of their foreign accent in a second language, while others seem to be able to acquire a nativelike accent almost effortlessly. She is new to the Donders Wonders team but will likely blog a lot about her favorite topics: languages, bilinguals, and accents!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *