Je vingertoppen zijn veel gevoeliger dan je bovenarm. Waarom eigenlijk? Dit heeft te maken met de organisatie van je zenuwen en de zogenaamde sensorische cortex in je hersenen. In dat stukje van de hersenen heb je een soort kaart van je lichaam, de homunculus. Op die kaart zijn je handen bijvoorbeeld groter dan je bovenarm. Met dit experiment kun je ontdekken hoe jouw homunculus eruitziet.
Tastzenuwen uit je vingertoppen maken verbinding met zenuwen in je hersenschors. Dit deel van je hersenen heet de sensorische cortex. Hieronder zie je een afbeelding van de homunculus in dat gebied. Zoals je ziet is dat geen directe weergave van het lichaam. Sommige gebieden van het lichaam nemen veel meer plaats in op deze kaart dan andere. Kijk bijvoorbeeld maar naar de lippen, die zijn heel groot in vergelijking met de neus. Dat komt omdat er vanuit je lippen heel veel tastzenuwen naar je hersenschors gaan. Hetzelfde geldt voor je vingertoppen, terwijl er in je bovenarm veel minder zitten.
Afbeelding door OpenStax College (CC BY 3.0 licentie)
Het experiment:
Stap 1: Maak een meetkaart
Benodigdheden:
- Stukken karton of kaarten van minstens 8 bij 7 cm
- 6 tandenstokers, gehalveerd
- Lijm of plakband
- Een liniaal
Plak de tandenstokers op 2 kaarten. Dat moet er zo uit komen te zien:
De afstanden tussen de uiteinden van de tandenstokerparen zijn als volgt:
- 60 mm
- 30 mm
- 15 mm
- 7.5 mm
- 3.75 mm
- En 1 enkele tandenstoker
Zorg ervoor dat de twee tandenstokers van elk paar even ver uit de kaart steken.
Stap 2: Meten
Zoek nu een proefpersoon, bijvoorbeeld een vriend of vriendin.
Vraag je proefpersoon zijn / haar ogen dicht te doen. Plaats vervolgens de tandenstokers op een lichaamsdeel, waarbij de punten van de tandenstokers zachtjes in de huid prikken. Vraag aan je proefpersoon: “Voel je 1 of 2 tandenstokers prikken?”
Je kunt steeds beginnen met het tandenstokerpaar wat 60 mm uit elkaar ligt en vervolgens een steeds kleinere afstand tussen de tandenstokers gebruiken. Noteer elke keer het antwoord van je proefpersoon in onderstaande tabel.
Zorg ervoor dat je niet tegen je proefpersoon vertelt wat je aan het doen bent, en ook niet zegt of het antwoord goed of fout was!
Je kunt de volgorde van de tandenstokerparen ook omwisselen (dus na een kleine afstand weer een grotere afstand kiezen), zodat je proefpersoon echt niet kan voorspellen of je met 1 of 2 tandenstokers aan het prikken bent.
Als je klaar bent met meten kun je voor elk lichaamsdeel de ‘twee-punts discriminatie’ van jouw proefpersoon invullen. Dit is de kleinste afstand tussen 2 tandenstokers waarop jouw proefpersoon nog 2 aparte prikjes voelde.
Natuurlijk kun je nog veel meer lichaamsdelen proberen. Is er bijvoorbeeld een verschil tussen je handrug en handpalm? En je vingertoppen?
Stap 3: Maak je homunculus
Nu je weet hoe gevoelig elk lichaamsdeel is, kun je de homunculus van jezelf of je proefpersoon maken.
Ga naar: http://www.maxplanckflorida.org/fitzpatricklab/homunculus/
(deze website is in het Engels, maar ik leg je hieronder uit wat je moet doen)
Kies je avatar, dat is hoe je homunculus er ongeveer uit gaat zien.
Vul de waardes uit de laatste kolom van je tabel in bij elk lichaamsdeel (die staan in dezelfde volgorde als in jouw tabel). Je ziet nu je avatar veranderen in een homunculus. Wat valt je op? Welke gebieden zijn het grootst? Zijn deze gebieden ook het gevoeligst?
Je kunt jouw homunculus vergelijken met die van je vriend(in). Zijn jullie homunculi (1 homunculus, 2 homunculi) vergelijkbaar? Wie heeft de gevoeligste voeten?
In principe zullen de meeste homunculi op elkaar lijken. Over het algemeen zijn bij alle mensen namelijk de handen gevoeliger dan de armen. Maar er zijn natuurlijk wel verschillen tussen mensen. Dat zie je ook als je jouw tabel naast die van een vriend(in) legt. Zie je hele grote verschillen? Dan ben jij misschien wel uniek. Of misschien is er iets mis gegaan met het meten. Als je dezelfde meting een paar keer doet en er dan het gemiddelde van neemt, dan krijg je een nauwkeuriger beeld van de werkelijkheid. Zo doen de meeste onderzoekers dat.
Deze tekst is een vrije vertaling van het homunculus experiment beschreven door het Max Planck Florida Institute
mind blown. mein handi ist kartofelkoffen und mein familia ist nicht sehr töt.