This post is also available in Engels.
Tijdens de adolescentie maak je lichamelijke en geestelijke ontwikkeling door. Je wordt bijvoorbeeld steeds beter in het inschatten van de gevolgen van je gedrag. Toch vertonen adolescenten veel risicogedrag, zoals alcohol- en drugsgebruik. Waarom nemen we tijdens de adolescentie meer risico dan ervoor of erna?
Afbeelding door SCA Svenska Cellulosa Aktiebolaget [CC BY 2.0]
De adolescentie is een periode van fysieke en mentale groei, waarin we ons ontwikkelen van een kind tot een volwassene met verantwoordelijkheden. De periode begint met de pubertijd en eindigt wanneer we volwassen zijn. Vergeleken met kinderen zijn adolescenten beter in logisch redeneren en het maken van beslissingen, en kunnen ze beter omgaan met pijn en andere lichamelijke ongemakken. Paradoxaal genoeg zijn de ziekte- en sterftecijfers in deze periode drie keer zo hoog als normaal. Dit heeft onder andere te maken met alcohol- en drugsgebruik, geweld, onveilige seks en ander risicogedrag. Adolescenten lijken een grotere spanningsbehoefte (in het Engels sensation seeking) te hebben en zijn sneller geneigd tot roekeloos gedrag.
Waarom nemen pubers meer risico’s?
Onze hersenen blijven zich ontwikkelen tot we ongeveer 25 jaar oud zijn. Ook in de pubertijd worden dus nieuwe verbindingen tussen zenuwcellen gevormd terwijl oude connecties afsterven. Vooral de ontwikkeling in de prefrontale kwab is relevant voor het gedrag dat we zien bij adolescenten. De prefrontale kwab is belangrijk voor onze ‘executieve functies’, zoals vooruitdenken, zelfbeheersing, abstract denken, omgaan met emoties en het nemen van beslissingen. Deze periode van verandering in de prefrontale kwab zou de reden kunnen zijn dat jongeren in de pubertijd meer geneigd zijn tot risicogedrag.
De prefrontale kwab wordt volwassen
Op een leeftijd van ongeveer 11 jaar begint een periode waarin er in de prefrontale kwab allerlei overbodige verbindingen afsterven. Doordat er flink word gesnoeid in de verbindingen tussen zenuwcellen verbetert de communicatie tussen verschillend hersengebieden. Eenvoudige verbindingen tussen zenuwcellen (gevormd in de kindertijd) worden gesnoeid zodat het gebruik van complexere en efficiëntere zenuwverbindingen toeneemt.
Op dit moment weten we nog niet precies hoe deze neurologische veranderingen ons gedrag beïnvloeden, maar over het algemeen denken onderzoekers dat het risicogedrag van adolescenten te maken heeft met het feit dat de prefrontale kwab in deze periode nog niet helemaal volwassen is. De verbindingen tussen de prefrontale kwab en andere hersengebieden, zoals de amygdala en het ventrale striatum, spelen een belangrijke rol rondom emoties en motivatie. Als deze verbindingen nog in ontwikkeling zijn zou dat ervoor kunnen zorgen dat pubers moeite hebben met het inschatten van risico’s en zich hierdoor eerder roekeloos gedragen.
Niet alle adolescenten vertonen risicogedrag
Bij iedereen worden de hersenen tijdens adolescentie volwassen, maar sociale factoren kunnen ervoor zorgen dat sommige jongeren gevoeliger zijn voor risicogedrag dan anderen. Onderzoek naar risicogedrag moet dus het totale plaatje in acht nemen: de hersenontwikkeling, maar ook sociale factoren zoals de schoolomgeving, vrienden en familie en biologische factoren zoals gender en de hormoonhuishouding.
Adolescenten vertonen dus meer risicogedrag dan kinderen en volwassenen. Dit komt omdat onze hersenen in deze periode in een verbouwingsfase zitten, waardoor we eerder geneigd zijn tot het nemen van minder goede beslissingen. De precieze eigenschappen van deze verbouwing worden nog onderzocht.