This post is also available in Engels.
We spenderen enorm veel tijd aan het zoeken en consumeren van informatie. Maar waarom zijn we bereid hier (kostbare) tijd in te stoppen, zelfs als die informatie geen direct nut lijkt te dienen? Onderzoeker Lieke van Lieshout deed hier 4 jaar lang onderzoek naar aan het Donders Instituut.
Een gat in je kennis maakt nieuwsgierig
Een hypothese is dat we nieuwsgierig zijn naar informatie omdat deze informatie van zichzelf aantrekkelijk of belonend kan zijn. Het idee is dat nieuwsgierigheid gedreven wordt door het verschil tussen wat je op dat moment weet en wat je nog niet weet, de zogenaamde “information gap”. Het zou kunnen zijn dat we nieuwsgierig zijn naar informatie om dit gat te dichten, waarbij we het verminderen van de onzekerheid die we hebben over de wereld als belonend ervaren.
Een loterij vol onzekerheid
Om dit te onderzoeken toont van Lieshout in haar onderzoeken verschillende loterijen: uit een vaas van rode en blauwe knikkers wordt steeds één knikker getrokken. De punten van de knikkers bepaalde de potentiële beloning die uiteindelijk de uitbetaling zou bepalen, en de verdeling in rood en blauw bepaalde de onzekerheid: welke kleur zal er worden getrokken? Het blijkt dat we inderdaad nieuwsgieriger zijn naar de uitkomst van de loterij als de onzekerheid toeneemt, terwijl de hoogte van de potentiële beloning geen invloed hierop heeft.
In het brein is verlossing van onzekerheid te zien
Ook keek van Lieshout naar wat er in het brein gebeurt tijdens de taak. De belangrijkste bevinding was dat op het moment dat de uitkomst werd getoond (en je verlost werd van je onzekerheid) een hersengebied dat de insula heet, activeerde. En de mate van die activatie bleek af te hangen van hoeveel informatie de uitkomst opleverde: hoe groter het gat in je kennis, des te sterker reageerde de insula op de uitkomst. Opvallend genoeg vond van Lieshout géén effect in breingebieden die gewoonlijk samenhangen met beloningen (zoals geld of iets lekkers); de belonende waarde van de informatie is dus anders dan een ‘normale’ beloning, zelfs in het brein.
We zijn ook nieuwsgierig naar negatieve informatie en vinden onzekerheid onprettig
De grootte van de beloning maakt dus niet nieuwsgierig, maar wat als je iets dreigt te verliezen? Ook dat blijkt niks uit te maken vond van Lieshout. Onzekerheid bleef de mate van nieuwsgierigheid bepalen, ongeacht of het om winst of verlies ging. We zijn dus vooral nieuwsgierig om onze onzekerheid te verminderen. Dat doen we omdat we die onzekerheid als onprettig ervaren: van Lieshout vroeg proefpersonen hoe blij ze werden van de loterijen. Hoe onzekerder de loterij hoe negatiever het oordeel, zelfs als je alleen maar kan winnen!
Mensen zijn dus veelal nieuwsgierig naar informatie om de onplezierige staat van onzekerheid te verminderen, en de verlossing van die onzekerheid kan je als een speciale vorm van beloning zien. Lieke van Lieshout promoveert over twee weken met dit onderzoek. Ze werkt als postdoctoraal onderzoeker verder in dit relatief nieuwe onderzoeksveld waarbij ze ook kijkt naar hoe kennis over nieuwsgierigheid toegepast kan worden in het onderwijs.
Beeld van Dmitry Ratushny via Unsplash
Auteur: Floortje Bouwkamp
Buddy: Marlijn ter Bekke
Redactie: Felix Klaassen
Vertaling: Wessel Hieselaar
Redactie vertaling: Marisha Manahova