This post is also available in Engels.
Twee verbonden concepten
De definities van sekse en gender zijn over tijd geëvolueerd. Origineel werd sekse exclusief gedefinieerd in termen van biologische kenmerken (gebaseerd op geslachtsorganen en -chromosomen). Daarnaast werd gender beschreven als de manier waarop wij onszelf beschrijven als man of vrouw, afhankelijk van onze omgeving en ervaring. Oftewel: sekse was biologisch, en gender cultureel.
Maar deze oppervlakkige categorieën hielden geen rekening met de eenheid van een persoon, noch de diversiteit die aanwezig is in het spectrum van sekse en genderidentiteiten (man, vrouw, interseks, transseksueel, etc.). Het hebben van mannelijke geslachtsdelen terwijl je je identificeert als een vrouw moet niet als “out-of-the-box” worden gezien.
Daarom definieerden onderzoekers een eendrachtig concept van gender/sekse als volgt: Hele mensen/identiteiten en/of aspecten van vrouwen, mannen en mensen, die relateren aan identiteit en/of die niet specifiek worden toegeschreven aan sekse of geslacht.
Het bouwen van mentale representaties
Voor kinderen zijn interacties met hun ouders en verzorgers essentieel om hun eigen representaties van de concepten gender/sekse te ontwikkelen. Jonge kinderen beschikken over een bijzonderheid: ze zien de wereld in een dimensie, in plaats van meerdere zoals volwassenen. Neem als metafoor bijvoorbeeld een ui, en beeld je in dat elke laag een aparte modaliteit representeert (zicht, gehoor, smaak, reuk, tast, etc.). Als volwassene moet ik alle lagen een voor een afpellen om tot de essentie van de situatie te komen, terwijl kinderen juist een zeer aspecifiek en globale perceptie hebben waardoor ze direct tot de kern kunnen komen. Dit kan verklaren waarom ze zo goed zijn in het opbouwen van hun representaties van de wereld en de mensen om hen heen.
De uiting van geslacht/sekse in het lichaam
We uiten onze gender dagelijks door de manier waarop we ons gedragen, waarop we bewegen, hoe we praten, en hoe we met anderen interacteren. Dit zijn niet slechts fysieke karakteristieken; ze zijn belichaamd (geïnternaliseerd in ons lichaam) door onze levenservaring. Neem bijvoorbeeld het feit dat een meisje sterker geneigd is met poppen te spelen dan in bomen te klimmen, of dat een vrouw vaker met gekruiste benen zit dan een man. In het begin was de reden hiervoor praktisch – in die tijd droegen vrouwen vaak rokken – maar vervolgens werd het kruisen van de benen een gewoonte van het lichaam; iets wat vrouwen onbewust doen, zelfs wanneer ze een broek aanhebben.
Wat we nog niet weten
Over het algemeen weten we nog niet zo veel over wanneer en hoe precies de relatie tussen het lichaam, de representatie van jezelf en anderen, maar ook het lidmaatschap van een familie en cultuur, invloed hebben op hoe kinderen hun sekse-/genderidentiteit ontwikkelen. In feite lijkt onderzoek naar seksualiteit in kinderen vaak ontstellend omdat we er met een volwassen blik naar kijken. Daarnaast hebben we gezien dat sekse/genderidentiteit het gevolg is van interacties met onze directe omgeving, waardoor het cultureel afhankelijk blijft. Helaas zijn de meeste onderzoeken naar gender en ontwikkeling van kinderen gebaseerd op families uit Noord-Amerika en Europa die bovendien voornamelijk wit zijn en in de sociaaleconomische middenklasse. Het werk van Halim en collega’s is een uitzondering en geeft meer informatie over kinderen in etnische minderheidsgroepen.
Auteur: Kim Beneyton
Buddy: Martine Arenella
Redactie: Marisha Manahova
Vertaling: Felix Klaassen
Redactie vertaling: Jill Naaijen
Beeld van Sandy Millar via Unsplash