This post is also available in Engels.
Aangewakkerd door de moord op George Floyd in de VS, is een antiracisme golf de oceaan overgestoken en dit heeft protesten in Nederland, Europa en de gehele wereld doen opleven. Een dialoog over racisme aangaan is moeilijk, levert spanning op, wordt vaak verkeerd begrepen of vermeden. Het confronteert ons met de duistere, ongerechtvaardigde aspecten van onszelf en onze geschiedenis.
Moderne discussies over racisme gaan niet enkel over typerende en expliciete vormen zoals geweld, uitschelden en stereotypering, maar ook vormen die op grotere schaal en veel vaker voorkomen: zoals de vorm van discriminatie die ontstaat uit de combinatie van iemands sociale en politieke identiteit (intersectionaliteit); de voordelen en rechten die mensen worden toegekend enkel omdat ze wit zijn (wit privilege); en indirecte, soms subtiele minachtingen gericht aan een persoon uit een gemarginaliseerde gemeenschap (micro-agressies).
Rassendiscriminatie refereert niet enkel naar openlijke daden van haat en onverdraagzaamheid; het omvat vele soorten impliciete en expliciete vooroordelen en gedragingen op verschillende niveaus van interactie, die samen uitgroeien tot systemisch racisme. De confrontatie aangaan met racisme, in al zijn gedaanten, daagt ons uit om toe te geven dat we medeplichtig en op een bepaald niveau schuldig zijn. Om te begrijpen hoe dit doordringt in ons werk, onze vriendschappen, familie en de gemeenschap, is nodig dat men doordacht, persoonlijk en op psychologische wijze te werk gaat.
Confronteer jezelf
Wanneer men beschuldigd wordt van racistisch gedrag, reageren de meeste mensen direct met “Ik ben geen racist!”, gevolgd door verscheidende voorbeelden van hoe ze heus een tolerant en multicultureel persoon zijn. Uit een studie uit 2019 over de percepties van racistisch gedrag bleek dat wanneer we racistisch gedrag bij anderen waarnemen, we hen labelen als racist, maar wanneer we zelf soortgelijk gedrag laten zien, we onszelf niet als zodanig labelen.
Een aantal psychologische mechanismen zorgen ervoor dat we ons eigen gedrag niet als racistisch herkennen. Mensen hebben de neiging zichzelf als beter dan gemiddeld te beoordelen op bijna iedere eigenschap, waaronder moraliteit. We weten ook dat als men denkt genoeg over een onderwerp te weten, ook als dat niet zo is, men minder geneigd is nieuwsgierig te zijn om meer te ontdekken. Confronteer iemand met raciaal bevooroordeeld gedrag, en je kunt rekenen op een sterke verdediging, of in een poging cognitieve dissonantie te voorkomen, of een totale ontwijking van het gesprek (want dan moet men zichzelf vragen: “Hoe kan ik racistisch zijn terwijl ik een goed mens ben?”).
Collectieve verantwoordelijkheid
Systemisch racisme komt voort uit individuele daden van racisme. Met andere woorden; wij zijn het systeem. Zelfreflectie op individueel niveau is deel van de oplossing die tot een algemene maatschappelijke verandering zal leiden. Iedereen kan medeplichtig zijn aan en verantwoordelijk voor racisme. Dat neemt niet weg dat er ook extreem haatdragende xenofoben, chauvinisten en fanatici zijn… Maar realiseer je dat op een schaal van één tot tien – waar 10 openlijk extreem racisme en 1 een subtiele onbedoelde vorm van discriminatie is – uiteindelijk álles op die schaal racisme is. Collectieve medeplichtigheid is net zo verraderlijk; het negeren van racisme is óók een vorm van racisme. Onze collectieve psychologische blindheid en naïviteit heeft ertoe geleid dat we hier zijn beland.
De huidige beweging vraagt (zoals al vele malen eerder) dat we bij onszelf te rade gaan en herkennen wanneer onze gedachten en gedragingen niet gelijk zijn aan onze waarden en dat we daar verantwoordelijkheid voor nemen. Dezelfde vraag geldt voor grotere organisaties: Komt diversiteit op hogere levels van institutionele- en overheidsinstanties overeen met hun waarden? Een dergelijke bewustwording moet zich vertalen in daadwerkelijke verandering in preventie en beleid.
Originele taal: Engels
Auteur: Christienne Damatac
Buddy: Francie Manhardt
Editor: Monica Wagner
Vertaler: Jill Naaijen
Editor vertaling: Floortje Bouwkamp