This post is also available in Engels.
Het intelligentiequotiënt (IQ) is ooit in het leven geroepen om aan de hand van een simpele score te kunnen bepalen wat iemands intelligentie is. Hoewel er geen wetenschappelijke consensus is over wat intelligentie precies is, werden er vrij snel al twee soorten intelligentie onderscheiden: vloeiende intelligentie en gekristalliseerde intelligentie. Vloeiende intelligentie is het vermogen nieuwe problemen op te lossen en gekristalliseerde intelligentie betreft vaardigheden die gebaseerd zijn op kennis. Gekristalliseerde intelligentie groeit met de leeftijd en neemt niet af door ouderdom, terwijl vloeiende intelligentie stabieler is en wel afneemt door ouderdom.
Hoe meet je intelligentie?
Het eerste probleem ontstaat zodra je de IQ-score moet berekenen. Hoe meet je immers intelligentie? Veel bekende IQ-tests (bijv. de WAIS; Wechsler Adult Intelligence Scale) bevatten opdrachten die mensen in westerse landen goed uit kunnen voeren maar mensen uit niet-westerse landen flink benadelen. Denk bijvoorbeeld aan het ordenen van objecten die in niet-westerse culturen verschillend (of helemaal niet) worden gebruikt, of het testen van ‘algemene’ kennis die op sommige plekken irrelevant is. Bovendien, wie bepaalt überhaupt dat iets een teken van intelligentie is?
Het meten van IQ is cultuurafhankelijk
Om die reden zijn er ook zogenaamde ‘cultuurvriendelijke’ IQ-tests ontwikkeld die rekening houden met cultuurverschillen. Een voorbeeld hiervan is om niet objecten te laten ordenen maar in plaats daarvan universele, abstracte figuren als vierkanten, driehoeken, etc. te gebruiken. Maar ook dit kan nog steeds problemen opleveren. Zo zijn er culturen waarin er bijvoorbeeld helemaal geen woord bestaat voor een ‘vierkant’ omdat het in hun maatschappij niet relevant is. Deze verschillen in taal bepalen hoe mensen verbanden tussen objecten waarnemen en beïnvloeden daarmee ook de prestatie op zo’n test. Voor bepaalde stammen zou het bijvoorbeeld veel logischer zijn te vragen naar kennis over de natuur, hoe je dieren traint, of hoe je overleeft in de wildernis; vaardigheden en kennis waar de meeste mensen in de westerse wereld geen weet van hebben. Hoewel intelligentie dus wel een universeel menselijk construct kan zijn, hangt de manier waarop je die intelligentie kan meten samen met de leefomgeving waarin iemand is gevormd.
IQ en racisme
Het gevolg van de cultuuronvriendelijkheid van gangbare IQ-tests is dat bevolkingsgroepen van bepaalde landen onterecht als onintelligent worden weggezet. De IQ-scores worden niet geïnterpreteerd binnen de context van een cultuur of sociaaleconomisch klimaat, waardoor verschillen dan het racistische idee kunnen opwekken dat bepaalde (veelal niet-westerse) bevolkingsgroepen van nature minder intelligent zijn dan andere (e.g., westerse) bevolkingsgroepen. Maar die verschillen in IQ-scores kunnen volledig worden verklaard door westerse aard van de test. Een IQ-test is daarmee ongeschikt om pure intelligentie te meten onafhankelijk van de cultuur en geschiedenis van het land. Ook groepsverschillen in IQ binnen landen zijn veelal het gevolg van omgevingsfactoren als kansenongelijkheid en verschillen in sociaaleconomische status en onderwijs, en zeggen niks over onderliggende biologie.
Racisme in wetenschappelijk onderzoek
Het probleem zit hem niet alleen in de IQ-score op zich: het huidige gebruik van het IQ creëert ook wetenschappelijk onderzoek dat onterecht brandstof levert voor racistische ideeën. Zo publiceerde een hoog aangeschreven tijdschrift (Psychological Science) in februari 2020 een artikel dat de relatie onderzocht tussen IQ, geweld en religie. Hiervoor gebruikten ze een dataset van nationale IQ-scores waarin sommige landen een gemiddeld IQ-score hadden van 50. Voor de duidelijkheid: een score van 100 wordt gezien als gemiddeld1 en alles lager dan 80 wordt gekwalificeerd als ‘zwakbegaafd’. Het bleek al gauw dat deze onwaarschijnlijk lage scores het gevolg waren van zeer onrepresentatieve steekproeven binnen de slecht scorende landen. Zo was het gemiddelde IQ van Somalië (67.7) gebaseerd op een groep 8- tot 18-jarige Somalische vluchtelingen in een vluchtelingenkamp in Kenia. Deze dataset had dus nooit gebruikt mogen worden. Na veel kritiek van andere wetenschappers over de racistische implicatie dat bepaalde Afrikaanse bevolkingen zwakbegaafd zijn werd het artikel vorige maand teruggetrokken.
Racisme in het wetenschappelijke apparaat
Maar hoe had het überhaupt kunnen verschijnen? De persoon bij het tijdschrift die verantwoordelijk was voor het publicatieproces van het artikel heeft in een uitgebreide verklaring aangegeven dat hij en zijn team niet doorhadden welke racistische implicaties het artikel had. Daarbij gaf hij toe dat het team exclusief uit witte mensen bestond. Dit is typerend voor de wetenschap, een werkveld dat hoofdzakelijk uit witte mensen bestaat.
Racisme is niet alleen een kwestie van expliciet gedrag ten opzichte van bepaalde bevolkingsgroepen; ons handelen wordt veelal bepaald door impliciete vooroordelen. Zelfs de “neutrale” en “objectieve” wetenschap ontkomt daar niet aan en heeft een racisme probleem. Willen we racisme ooit uitbannen, dan is dit iets waar we ons bewust van moeten zijn en elkaar op moeten wijzen.
1Het gemiddelde van 100 is gebaseerd op de bevolking van het Verenigd Koninkrijk. Hoe representatief is dat voor de rest van de wereld?
Relevante bronnen
‘Flawed estimates of cognitive ability in Clark et al. Psychological Science, 2020: https://psyarxiv.com/tzr8c
Een uitgebreide discussie van de problemen van het IQ op Twitter (onderbouwd met literatuur): https://twitter.com/spiantado/status/1275783954411347968
#ShutDownStem/#ShutDownAcademia was een initiatief om voor een dag de wetenschap stil te leggen en te werken aan een actieplan tegen racisme: https://www.shutdownstem.com/about
Originele taal: Nederlands
Credit
Auteur: Felix Klaassen
Buddy: Jeroen Uleman
Editor: Floortje Bouwkamp
Vertaling: Wessel Hieselaar
Editor vertaling: Rebecca Calcott
Uitgelichte afbeelding verkregen van Pixabay via Pexels
Racisme is ingebouwd in het “witte kapitalistische” systeem voor meer dan vierhonderd jaar.
De wel bedoelende alledaagse blanke burgers die openstaan voor gelijkheid en veranderingen zien helaas alleen het topje van deze racistische ijsberg.
Leven in een minder “gegoede buurt” (Dat is een typische, in de taal ingebouwde racistische, zij en wij) is niet een vrijwillige keuze maar een vonnis van het systeem.
NU is de tijd om deze racistisch ui te pellen!
Dit zou een interessant verhaal kunnen zijn over de validiteit en betrouwbaarheid van IQ-testen. Echter, de auteur valt in dezelfde valkuil als de auteurs van het teruggetrokken artikel: Er worden conclusies getrokken zonder valide en betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek, conclusies die leiden negatieve vooroordelen over de wetenschap.
De beschrijving van het teruggetrokken artikel wekt de indruk dat het om een prototypisch geval gaat. Dat er systematisch sprake is van wetenschappelijk onderzoek in toptijdschriften waarin racistische meetmethoden worden gebruikt om racistische conclusies te trekken. Het benoemen van een extreem geval – waarbij overigens snel corrigerend is opgetreden – is geen wetenschappelijk bewijs voor een systematisch en groot effect. De uitschieters worden hier gepresenteerd als de norm, wat leidt tot onterechte en negatieve vooroordelen over de wetenschap als geheel.
Een editorial is geen wetenschappelijk bewijs voor racisme in de wetenschap. Twitter en #Shutdownstem zijn geen wetenschappelijke bronnen. Waarom gebruikt de auteur dan provocatieve terminologie zoals “het racisme probleem van de wetenschap”? Is het niet objectiever om te spreken over de onderrepresentatie van minderheden in de hoogste regionen van de wetenschap? En dan zie ik graag een onderbouwde analyse wat daarvan de mogelijke oorzaken zijn. Heeft het wellicht niet te maken met een racistische wetenschap maar eerder met sociale mobiliteit in de samenleving als geheel? Als de grootste voorspeller van Sociaal Economische Status de SES van je ouders is – wat vrijwel overal in de wereld het geval is – hoe logisch is het dan om te verwachten dat een derde generatie van een minderheid reeds is doorgedrongen tot de topregionen van de wetenschap?