This post is also available in Engels.
Kan een dove kat beter observeren?
Onderzoekers, geleid door vooraanstaande wetenschappers zoals Lomber et al. (2010) en Meredith et al. (2011), hebben uitgebreid onderzoek gedaan naar de hersenplasticiteit van het gehoorcentrum in het brein bij katten. In tegenstelling tot wat er gedacht werd, laten deze dove katten niet alleen normaal gedrag zien, maar hebben ze zelfs betere visuele vaardigheden vergeleken met horende katten. Deze bevinding wordt verklaard door het feit dat het verlies van gehoor leidde tot een herindeling van de hersenen, wat resulteerde in betere visuele prestaties. Meer onderzoek naar de functie van het gehoorcentrum van deze dove katten liet zien dat deze verandering van auditieve naar visuele plasticiteit specifiek was voor gebieden van het gehoorcentrum van “hogere orde” (dat wil zeggen, gebieden die betrokken zijn bij complexe verwerking). Deze veranderingen in deze hersengebieden is echter niet permanent. Dit wordt benadrukt door recente studies die de hersenactiviteit in het gehoorcentrum als reactie op visuele prikkels vergeleken voor en na het herstellen van het gehoor (door middel van cochleaire implantaten) bij dove katten. Het herstel van het gehoor leidde tot een afname van de visuele activiteit in het gehoorcentrum, wat wijst op een terugkeer naar de basisfunctie van het gehoorcentrum. Deze doorbraak werpt nieuw licht op het ingewikkelde mechanisme van cross-modale plasticiteit op verschillende niveaus van auditieve verwerking.
De puzzel van corticale reorganisatie
Een belangrijk begrip in dit raadsel is het fenomeen van corticale reorganisatie – het vermogen van de hersenen om delen opnieuw in te delen bij gebrek aan sensorische prikkels. Bij doven kan het gehoorcentrum worden gebruikt om visuele prikkels te verwerken. Dit noemen we cross-modale plasticiteit. Echter, met de ontwikkeling van hulpmiddelen zoals cochleaire implantaten bij mensen met ernstig gehoorverlies schakelt het gehoorcentrum naadloos weer over naar het verwerken van auditieve signalen. Dit vormt een fascinerende paradox.
Moeten we de functionele indeling van de hersenen in twijfel trekken?
De mate waarin de hersenen zich opnieuw indelen hangt af van hoe ze reageren op nieuwe sensorische informatie, hoe goed ze informatie kunnen verwerken en samenhangend gedrag vertonen. Traditioneel onderzoek mist echter solide bewijs om het fenomeen van hersenplasticiteit te bewijzen. Hoewel het idee van reorganisatie in het algemeen wordt aangenomen, wordt dit toch soms in twijfel getrokken. Dit komt doordat de functionele indeling van het brein mogelijk een te eenvoudig beeld schetst van hoe het brein werkt. Penfield benadrukte dat de representatie van verschillende lichaamsdelen in de hersenen wijdverspreid is en vaak onduidelijke grenzen heeft. Dit geeft aan dat de functie-indeling die door deze kunstmatige kaarten wordt geïllustreerd mogelijk niet helemaal overeenkomt met hoe de hersenen echt werken.
Credits
Auteur: Vivek Sharma
Buddy: Kim Beneyton
Redactie: Swantje Neil
Vertaling: Judith Scholing
Redactie vertaling: Lucas Geelen