Je armen, je handen en je benen bewegen vaak in hetzelfde ritme ten opzichte van elkaar. Denk bijvoorbeeld aan wanneer je loopt, dan zwaaien je armen vaak in hetzelfde tempo mee met de beweging van je benen.
Al in 1984 deed professor Scott Kelso onderzoek naar deze verschijnselen. Hij ontdekte dat de beweging van ledematen elkaar beïnvloeden. Hij onderzocht dit fenomeen met name bij vingers. Eén van Kelso’s experimenten kan je zelf thuis uitvoeren, het enige wat je nodig hebt is twee wijsvingers, aan iedere hand één.
Beweging 1
Beweging 2
Beweeg je twee wijsvingers parallel naast elkaar van links naar rechts en weer terug, zoals links in het plaatje te zien is. Blijf deze beweging herhalen en probeer dit steeds sneller te doen. Op een gegeven moment schieten je vingers van de parallelle beweging over in een ander patroon, namelijk naar een beweging waarbij de vingers naar elkaar toe bewegen, zie rechts in het plaatje. Echter, als je begint in het laatst genoemde patroon, zal je nooit uitkomen in de parallelle beweging.
Dit mini experiment is een klassiek voorbeeld van bewegingsonderzoek. Het toont aan dat wanneer de vingers op hogere snelheid bewegen, de beweging sterker gekoppeld is . De hogere snelheid dwingt de vingers om in het meest stabiele patroon te bewegen (Beweging 2). Bij deze beweging zijn dezelfde spiergroepen actief, wat stabieler is dan wanneer verschillende spiergroepen actief zijn (Beweging 1). Dit fenomeen wordt ook in andere bewegingen geobserveerd, bijvoorbeeld in de armen en in de benen.
Meer informatie
Artikel op Scholarpedia over het verschijnsel (Engels)
Dit blog is geschreven door Romy.