This post is also available in Engels.
Wat zou jij geloven? A) een octopus heeft drie harten, of B) Einstein was belabberd in wiskunde op school. De meeste mensen vinden optie B geloofwaardiger, maar het is toch echt een leugen. Hoe kiezen we wat we geloven als we het niet zeker weten?
Vandaag de dag horen we vaak dat we in een post-truth en fake news tijdperk leven, een wereld waarin meningen belangrijker zijn dan feiten. Maar desinformatie en zijn broertje propaganda zijn niet de laatste jaren uitgevonden. Verreweg een van de meest tragische en relatief recente voorbeelden van propaganda is wat er gebeurde in Nazi-Duitsland. Maar het gebeurde daarvoor ook al. Het rondgaan van onwaarheden kunnen we al terugvinden in de 16e eeuw, toen de eerste kranten opkwamen. Hoewel onwaarheden in de media dus niet een recent fenomeen zijn, hebben we nog niet geleerd hoe we echt en nep van elkaar kunnen onderscheiden. Welke factoren spelen een rol in onze beslissingen over wat echt en nep is?
Herhaling. In een onderzoek zagen deelnemers verscheidene uitspraken waarvan sommige herhaald werden en andere maar één keer getoond werden. De informatie die herhaald werd, leek echter dan informatie die voor het eerst gezien werd. Dit effect wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat we het makkelijker vinden om informatie te verwerken waar we bekend mee zijn. Dit gemak geeft ons het gevoel dat de uitspraak die we zien waar is.
Foto’s. In een ander onderzoek lazen deelnemers verscheidene uitspraken die te maken hadden met algemene kennis. Zo’n zin was bijvoorbeeld: “De eerste windmolens waren gebouwd in Perzië”. Bij de helft van zulke uitspraken stond een algemene foto (een windmolen in een willekeurige locatie, zodat de deelnemers niet konden zien waar het precies was). Ondanks dat de locatie niet te achterhalen was, vonden de mensen de uitspraken met foto geloofwaardiger dan die zonder. Dit fenomeen komt waarschijnlijk doordat de dingen die we in ons dagelijks leven zien, echt zijn. Datzelfde principe passen we toe op uitspraken die we in de context van een foto zien.
Lay-out en uitdrukkingen. Niet alleen foto’s, zelfs de lay-out kan onze beslissingen beïnvloeden over wat we echt vinden. Uitdrukkingen die we in hoog contrast zien, zoals De hoofdstad van Madagaskar is Toamasina, vinden we geloofwaardiger dan De hoofdstad van Madagaskar is Toamasina. Die invloed zie je ook terug in uitspraken die rijmen in vergelijking met niet-rijmende uitspraken. Onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat rijmende uitspraken, zoals “Wat nuchterheid verbergt, wordt door alcohol versterkt”, meer correct werden gevonden dan “Wat nuchterheid verbergt, wordt door alcohol ontmaskerd”. Het effect van rijmende uitspraken komt, net zoals bij herhaling, doordat we ze makkelijker kunnen verwerken.
Welke conclusies kunnen we trekken uit al deze onderzoeken? Het lijkt erop dat hoe we waarheid beoordelen, beïnvloed kan worden door een hoop basale dingen: hoe vaak we informatie zien, of er een foto bij zit, en of het rijmt. Valse informatie die intuïtief als waarheid voelt en die we makkelijk kunnen begrijpen, zullen we eerder voor waar aannemen.
Laten we tenslotte onze eerste twee uitspraken A en B nog eens bekijken. Einstein was inderdaad geen voorbeeldige student, maar hij excelleerde in wiskunde. Waarom B misschien geloofwaardig lijkt, is dat we allemaal meerdere verhalen over Einstein hebben gehoord. Dat is genoeg om ons B gemakkelijk voor waar aan te nemen.
Credits
Oorspronkelijke taal: Engels
Auteur: Julija Vaitonyte
Buddy: Rebecca Calcott
Editor: Ellen Lommerse
Vertaler: Wessel Hieselaar
Editor Vertaling: Jill Naaijen
Afbeelding door Arek Socha via Pixabay
Leuk artikel; altijd weer fascinerend hoe ons brein met basale snufjes beïnvloed kan worden. Zou mooi zijn als de cognitieve wetenschappers hierin optrekken met geesteswetenschappers, die natuurlijk al decennia onderzoek doen naar narratieve en visuele strategieën om mensen te beïnvloeden. De geschiedenis staat vol van pogingen om meningen te beïnvloeden, vaak geraffineerder dan een ge-highlighte passage of een rijmwoord.