
Tunnelvisuele trucs: Het oog als spiekgat, het brein als schilder
Niets is wat het lijkt. Zo ook onze visuele waarneming. Om te kijken, gebruiken we onze ogen: goed gelapte panoramaruiten met uitzicht op de buitenwereld. Althans, zo ervaren we dit. In de realiteit komt de ramenlapper morgen, is de ruit enorm beslagen, en zijn je ogen als regendruppels die soms een troebel stukje buitenwereld doorlaten. Waarom ervaren we dit anders? Hoe zien we dan toch zo goed? En kijken we eigenlijk ooit naar de échte wereld?