Goede ouders zijn niet bang voor suiker

This post is also available in Engels.

Veel ouders proberen hun kinderen rustig te houden door hun suikerinname te beperken. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat suiker geen effect heeft op (hyper)activiteit. Donders-onderzoeker Erik Meijs legt uit.

sugarSuiker maakt kinderen niet hyperactief.
Foto Uwe Hermann (CC BY-SA 2.0).

Je hebt vast ooit ouders horen zeggen dat ze hun kinderen niet te veel snoep geven, omdat de suiker hun kinderen hyperactief zou maken. Omdat suiker een belangrijke brandstof van het lichaam is, is het niet gek om te denken dat méér suiker ook méér activiteit betekent. Maar uit onderzoek blijkt dat dit simpelweg niet klopt.

Gedegen suikeronderzoek
De beste manier om te testen of suiker kinderen hyperactief maakt, is door een dubbelblinde placebo-studie op te zetten. Dit betekent dat je 1) sommige kinderen suiker geeft, en anderen een placebo zoals een kunstmatige zoetstof; en 2) dat iedereen die bij het experiment betrokken is, inclusief de kinderen, de ouders en de onderzoekers, niet weet of het kind de echte of de neppe suiker kreeg.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan kun je de kinderen observeren, hen taken laten uitvoeren en in kaart brengen of er verschillen zijn tussen de groep die suiker had gekregen en de groep voor wie dat niet gold (de controlegroep). Met een grote analyse van dit soort onderzoeksgegevens, afkomstig uit meer dan tien verschillende studies, toonden Amerikaanse onderzoekers al in 1995 aan dat er geen algemeen effect is van suiker op waargenomen gedrag of prestaties in cognitieve taken.1 Op dezelfde manier hebben wetenschappers de effecten van een drie weken durend dieet met veel suiker onder de loep genomen, en ook daar bleek dat suiker geen effect had op gedrag of cognitie.2

Ouders maken hun kinderen druk
In weer een ander onderzoek kregen kinderen een kunstmatige zoetstof te eten. Aan sommige ouders van deze kinderen werd echter verteld dat het kind suiker had gegeten. Toen de ouders het gedrag van hun kinderen moesten beoordelen op drukte, gaven de ouders die dachten dat hun kind suiker had gegeten hen een hoger cijfer voor hyperactiviteit. En uit video-opnames van het experiment bleek later dat de ouders zich anders gedroegen richting het kind als ze geloofden dat het suiker had gegeten. We lijken dus te maken te hebben met een selffulfilling prophecy: ouders en kinderen gedragen zich anders als ze geloven dat ze een product met veel suiker hebben gegeten of gedronken.

Het bovenstaande betekent niet dat je je kind zomaar al het snoep kan geven dat het wil. Suikerinname moet beperkt blijven omdat suikerconsumptie bijdraagt aan gezondheidsproblemen als tandschade, obesitas en diabetes. Bovendien zijn wetenschappers het nog niet eens over de effecten van andere ingrediënten van snoep, zoals kleurstoffen of conserveermiddelen, op gedrag. Toch is het idee dat suiker kinderen hyperactief zou maken een mythe, en is het dus onlogisch om je kind om die reden een snoepje te weigeren.

Deze blog is geschreven door Erik Meijs. Reactie en vertaling: Jeroen.

Bronnen:
1 http://jama.jamanetwork.com/article.aspx?articleid=391812
2 http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJM199402033300501
3 http://link.springer.com/article/10.1007/BF02168088

+ posts

1 thought on “Goede ouders zijn niet bang voor suiker

  1. Goed verhaal, slechte titel!
    Aan het einde van het verhaal wordt vermeld ” ….suikerconsumptie bijdraagt aan gezondheidsproblemen als tandschade, obesitas en diabetes”. Dus goede ouders moeten wel degelijk bang zijn voor suiker!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *