This post is also available in Engels.
Sommige kinderen moeten bepaalde handelingen keer op keer uitvoeren, niet omdat ze dat leuk vinden maar omdat ze een naar gevoel krijgen wanneer ze dat niet doen. Deze handelingen worden dwanghandelingen of compulsies genoemd. Dit gedrag kan op een dag uren in beslag nemen. Onderzoekers op het Donders Instituut proberen erachter te komen wat er gebeurt in het brein van kinderen met dwanghandelingen.
Keer op keer de handen wassen is een voorbeeld van een dwanghandeling. Illustratie komt van https://pixabay.com/en/hands-washing-hygiene-wash-311366/ (CC0 1.0 Universal).
Dwanghandelingen zijn handelingen die steeds worden herhaald op een vaste of rituele manier omdat mensen het gevoel hebben dit te moeten doen, zelfs al hebben ze geen controle over hun eigen gedrag en kunnen ze er niet zelf mee ophouden. Dit soort gedrag is onderdeel van een verzameling symptomen die voorkomen bij een obsessieve-compulsieve stoornis (ook wel dwangstoornis genoemd), maar dwanghandelingen komen ook voor bij kinderen met andere gedragsstoornissen, zoals ADHD, autisme en ticstoornis.
Dwanggedrag bij kinderen lijkt anders te zijn dan bij volwassenen omdat het vaak samengaat met andere problemen, en omdat fysiologische oorzaken een grotere rol spelen. Normaal gesproken komt dwanggedrag voor op de leeftijd van 9 tot 13 jaar. Kinderen met dwanghandelingen worden vaak behandeld met cognitieve therapie of medicatie, maar bij veel van hen werkt deze aanpak niet of alleen gedeeltelijk. Het is heel moeilijk om van te voren te bepalen bij wie een bepaalde behandeling wel of niet aan zal slaan en waar dit van afhangt. Zeker omdat we niet weten waardoor deze stoornis wordt veroorzaakt is het belangrijk om een effectieve behandeling te vinden.
Wat weten we al?
Methodes zoals MRI (Magnetic Resonance Imaging) kunnen onderzoekers helpen meer te weten gekomen over de rol van de hersenen bij dwanggedrag. Zo richt een deel van dit onderzoek zich op een specifiek circuit in het brein, het fronto-stratiale circuit. Een gedeelte van dit circuit is betrokken bij het gedrag dat we vertonen en een ander gedeelte legt het verband tussen dit gedrag en wat er om ons heen gebeurt. Onderzoekers op het Donders Instituut denken dat de moeite met het bedwingen van je eigen gedrag zoals gezien wordt bij kinderen met dwanghandelingen te maken heeft met een verstoring van dit hersencircuit.
Glutamaat is een chemische stof in de hersenen. Het zou kunnen dat afwijkingen in de hoeveelheid glutamaat in de hersenen leiden tot verstoringen in het fronto-striatale circuit. Uit onderzoek weten we dat de hoeveelheid glutamaat in de hersenen anders is bij kinderen met dwanghandelingen dan bij kinderen zonder deze stoornis. We weten echter nog niet in welke hersengebieden deze verschillen in glutamaat precies voorkomen, en of dit een directe oorzaak van dwanghandelingen is.
Dwanggedrag is in sterke mate erfelijk en de zoektocht naar de betrokken genen is al een aantal jaar aan de gang. We weten inmiddels dat er meerdere genen zijn die gezamenlijk bijdragen aan dit gedrag. Het interessante is dat precies deze genen ook invloed hebben op de hoeveelheid glutamaat in het fronto-striatale circuit.
Ons onderzoek
Wetenschappers op het Donders Instituut doen in samenwerking met collega’s in Europa onderzoek naar dwanghandelingen bij kinderen van 8 tot 12 jaar. Dit onderzoek wordt gedaan bij kinderen met obsessief-compulsieve stoornis (OCD – ‘obsessive-compulsive disorder’) en bij kinderen met autisme, ADHD en ticstoornissen.
Meer informatie
Dit onderzoek is onderdeel van TACTICS, een grootschalig internationaal onderzoeksproject gericht op dwanggedrag bij kinderen en jongeren.
Deze blog is geschreven door Jill Naaijen. Als promovenda is Jill onderdeed van het TACTICS-project. Haar onderzoek is gericht op glutamaattekorten bij ADHD, ASD (Autism Spectrum Disorder) en OCD, op genetisch niveau en in de hersenen.