This post is also available in Engels.
Het idee dat mensen maar 10% van hun brein gebruiken is erg populair. Maar is het ook waar? En waar komt deze theorie vandaan? Erik Meijs zoekt het uit.
Gebruiken we maar 10% van ons brein? Dit is waarschijnlijk een van de meest bekende verhalen over het brein. Het is niet zeker wat de oorsprong van dit idee is, maar waarschijnlijk komt het uit een tijd waarin men de functie van de meeste hersengebieden simpelweg niet kende. Het 10%-verhaal klinkt aantrekkelijk omdat het suggereert dat we extra intelligentie of vermogens zouden kunnen aanboren, als we maar een groter deel van ons brein zouden gebruiken. Het verhaal is zelfs zo aanlokkelijk dat je het terugvindt in hedendaagse cultuur, zoals in de film Unstoppable.
Je gebruikt maar 10% van je brein
De meest gehoorde versie van het 10%-verhaal is dat je gedurende je hele leven maar 10% van het weefsel in je brein zou gebruiken. Zoals je wellicht al dacht is dit complete onzin. Uit de neurowetenschap weten we dat elk deel van de hersenen is betrokken bij ten minste één functie. Zelfs tijdens rust of slaap vindt er activiteit plaats in vele hersengebieden.
Bovendien maakt het brein gebruik van een soort van use it or lose it-regel: delen van de hersenen die niet worden gebruikt (bijvoorbeeld neuronen of verbindingen tussen neuronen), worden verwijderd (‘gesnoeid’). Verder bewijs tegen de 10% mythe is afkomstig van patiënten met hersenletsel. Hoewel sommige van deze patiënten een relatief normaal leven kunnen leiden, leidt in principe elk type hersenletsel tot problemen. Tenslotte is het onwaarschijnlijk dat er in de evolutie een brein is ontstaan dat veel energie nodig heeft, maar waarvan het overgrote deel niet wordt gebruikt.
Je gebruikt maar 10% van je brein op een bepaald moment
Nu we hebben vastgesteld dat het een mythe is dat 90% van je brein helemaal niets doet, kun je jezelf nog steeds afvragen hoeveel van je brein je dan gebruikt op een bepaald moment. Je moet weten dat het brein constant werkt aan het behoud van zijn interne evenwicht van stofjes en moleculen, zodat het altijd klaar is om adequaat te reageren op binnenkomende informatie. In die zin is er dus eigenlijk overal in het brein constant activiteit.
Vermoedelijk zijn dit soort achtergrondprocessen echter niet wat je in gedachten had toen je jezelf de vraag stelde hoeveel van ons brein we gebruiken op een bepaald moment. Waarschijnlijk wil je weten hoeveel van het brein gemiddeld wordt ‘gebruikt’ (wat dat dan ook mag betekenen) om een bepaalde handeling te voltooien. Zo kun je de vraag stellen of je echt 100% van je brein ‘nodig hebt’ hebt om dit artikel te lezen en te begrijpen.
Het antwoord op die vraag is waarschijnlijk nee. We weten dat sommige patiënten met schade aan een beperkt deel van het brein vaak bepaalde taken nog zonder probleem kunnen uitvoeren. Het is echter niet gemakkelijk om een compleet antwoord te geven op de vraag hoeveel van het brein strikt noodzakelijk is om een ??normaal leven te kunnen leiden. Als er al een realistische manier is om die vraag te beantwoorden, heb je er waarschijnlijk 200% van je tijd voor nodig.
Erik Meijs is een PhD student in de Prediction & Attention group van het Donders Instituut. In zijn onderzoek kijkt hij naar de invloed van verwachtingen op wat we (on)bewust waarnemen. In zijn vrije tijd houdt Erik er van om te reizen en om muziek te maken of luisteren.
Bewerkt door Jeroen.
“Het is echter niet gemakkelijk om een compleet antwoord te geven op de vraag hoeveel van het brein strikt noodzakelijk is om een ??normaal leven te kunnen leiden.”
Leg even het belang van de vraag uit. (Onze tijd is kostbaar.)