We zijn onwijs goed in het bereiken van allerlei doelen: we kunnen ervoor kiezen om gezonder te eten, nieuwe talen te leren en onze weg in de stad te vinden. Cognitieve controle is het vermogen van onze geest om doelen te halen door onze gedachten en acties zo te sturen dat ze focussen op de belangrijke (voor onze doelen relevante) dingen en de onbelangrijke dingen laten voor wat ze zijn. Als je bijvoorbeeld naar een restaurant fietst in een onbekend gedeelte van de stad, zorgt deze cognitieve controle ervoor dat we afleidende gedachten over het menu negeren en onze aandacht op de route en het verkeer leggen. Maar soms zijn de andere gedachten te verleidelijk en verliezen we onze aandacht. Waarom gebeurt dit?
Stabiliteit en flexibiliteit balanceren
Een verklaring is dat ons vermogen om afgeleid te raken voortkomt uit een compromis tussen stabiele en flexibele cognitieve controle. Als onze geest stabiel is, zijn we gefocust op één taak en kunnen we afleidingen negeren. Als onze geest flexibel is, staan we eerder open voor andere informatie die niet direct met de taak te maken heeft. Zo raken we makkelijker afgeleid. Op het eerste gezicht lijkt een stabiele geest een geweldige manier om onze doelen te behalen! Er is echter ook een keerzijde: stabiliteit kan ons te stug maken, zodat je niet kan omschakelen als dat nodig is. Het voordeel van flexibiliteit is dat we ook beter zijn in het veranderen van taken. Als we bijvoorbeeld tijdens onze fietstocht door de stad een andere fietser met een platte band zien staan, kan deze flexibiliteit ons helpen om een ander doel vast te stellen en een handje te helpen.
Over het algemeen hebben we zowel stabiliteit als flexibiliteit nodig om met succes naar onze doelen toe te werken. De optimale balans daartussen hangt af van de taak die voor ons ligt. Stabiliteit is nuttig als we op een enkele taak moeten focussen, terwijl flexibiliteit helpt als we vaak moeten wisselen tussen taken. Ook staat flexibiliteit ons toe om creatiever te zijn. Het helpt ons om out of the box te denken en nieuwe oplossingen voor problemen te vinden. Daadwerkelijk vereisen de meeste taken in het echte leven zowel flexibiliteit als stabiliteit: op de fiets moeten we de juiste route blijven volgen en de verkeersregels naleven (stabiel), maar we moeten ook flexibel genoeg zijn om onverwachte dingen op te merken en erop te reageren. Dus, het antwoord op de vraag waarom onze breinen überhaupt afgeleid kunnen raken kan zijn: soms is het gewoon handig om flexibel te zijn en andere gedachten toe te laten.
Wat bepaalt of we stabiel of flexibel zijn?
Onze genen bepalen of we de neiging hebben om stabiel of flexibel te zijn in onze cognitieve controle. Maar ook onze huidige gemoedstoestand heeft invloed op onze positie in dit stabiliteit-flexibiliteit spectrum. Als we bijvoorbeeld vrolijk zijn, zijn we flexibeler. Een andere belangrijke factor is motivatie. Als we erg gemotiveerd zijn, kunnen we vaak op dat ene doel focussen en al het andere negeren, hoe verleidelijk de afleidingen ook zijn. Aan de andere kant, als we meer zin hebben om iets anders te doen, raken we ook sneller afgeleid. Dit kan misschien verklaren waarom zelfs de meest veilige fietser soms moeite heeft om op de weg te letten als ze aan het watertanden zijn bij de gedachten aan een lekker etentje met vrienden.
Uiteindelijk kunnen we cognitieve controle beschouwen als iets met een spectrum van stabiel naar flexibel. En hoewel we meestal stabiliteit waarderen omdat het ons helpt snel en efficiënt taken te volbrengen, is wat flexibiliteit ook nuttig om ons buiten de lijntjes te laten denken en, waar nodig, te wisselen van taak.
Originele taal: Engels
Auteur: Rebecca Calcott
Buddy: Monica Wagner
Editor: Marisha Manahova
Vertaler: Wessel Hieselaar
Editor Vertaling: Eva Klimars
Foto van Adrian Williams via Unsplash (licentie).