Grenzen aan empathie

Terwijl wij massaal rouwden om de 17 slachtoffers van de aanslagen in Parijs, sloeg terreurorganisatie Boko Haram toe in Nigeria. Volgens schattingen kwamen er 2000 mensen om bij het bloedbad dat zij de vorige week aanrichtten. Voor hen ging echter niemand de straat op. Dit maakt duidelijk dat het niet alleen het aantal slachtoffers bepaalt of iets ons raakt. Belangrijker is de verbondenheid die we met hen voelen. Dit beïnvloedt namelijk hoe onze hersenen op hun pijn reageren, waardoor we voor sommige mensen meer empathie voelen dan voor anderen.

15405921684_a3da48504d_k

Foto gemaakt door “European Commission DG ECHO” (CC BY-ND 2.0 licentie)

Wanneer we zien dat iemand anders pijn lijdt, voelen we met die persoon mee. We stellen ons voor dat we die persoon zijn en voelen dus daadwerkelijk de pijn van de ander. Uit onderzoek blijkt dat deze empathie wordt weerspiegeld in onze hersenen. Als we zien dat iemand pijn heeft, worden er gebieden actief die ook in actie komen als we zelf pijn voelen. Dit wordt echter beïnvloed door de groep waarin we diegene plaatsen. Op basis van bijvoorbeeld religie of etniciteit maken we, vaak onbewust, onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’. Onderzoek laat zien dat onze hersenen minder sterk reageren op de pijn van mensen uit de ‘zij’-groep, met wie we ons minder verbonden voelen, dan op de pijn van mensen uit de ‘wij’-groep.

Wattenstaafjes en naalden
Oostenrijkse onderzoekers lieten proefpersonen filmpjes zien waarin een hand aangeraakt werd op een pijnlijke of niet-pijnlijke manier, namelijk met een wattenstaafje of met een naald. De hand in het filmpje was van iemand van dezelfde of juist een andere etnische groep dan de proefpersoon. Wanneer de blanke proefpersonen een blanke hand zagen die geprikt werd met een naald, reageerden hersengebieden voor bewegen en verwerking van tast daar sterker op dan wanneer ze de hand werd aangeraakt met een wattenstaafje. Dit verschil was echter niet zichtbaar als ze een donkere hand zagen die hetzelfde lot onderging.

Verschil in religie
Wanneer iemand er andere ideeën over religie op nahoudt, zijn onze hersenen net zo min onder de indruk van zijn of haar pijn. Onderzoekers van de Universiteit in Peking toonden christelijke en atheïstische proefpersonen, allen van Chinese afkomst, plaatjes van mensen met een neutrale of van pijn vertrokken gezichtsuitdrukking. De mensen op de plaatjes hadden een ketting om met een christelijk of atheïstisch symbool. De hersenen van de proefpersonen reageerden sterker op een pijnlijke dan een neutrale gezichtsuitdrukking, áls ze tenminste dachten dat deze persoon tot hun eigen (niet-)religieuze groep behoorde.

Groepsgevoel
Hoe eenvoudig mensen zich laten indelen in groepen is al vaker aangetoond. Zelfs wanneer mensen willekeurig zijn ingedeeld in een groep, onafhankelijk van etniciteit en religie, zullen ze hun teamgenoten positiever beoordelen dan leden van het andere team. Of deze manier van groepen indelen ook de empathische reactie op pijn in onze hersenen beïnvloedt, moet blijken uit toekomstig onderzoek.

Wellicht plaatsen we de slachtoffers van het bloedblad door Boko Haram, al dan niet bewust, buiten onze eigen groep en raakt het nieuws ons daardoor minder dan het nieuws uit Parijs. Onze empathie wordt wellicht groter als we ons bewust worden van de gelijkenissen: ook zij zijn gewone mensen die zich machteloos voelen tegenover extremistisch geweld.

Meer informatie
Artikel over empathie en etniciteit
Artikel over empathie en religie

Dit blog is geschreven door Lieke Heil. Lieke is promovenda bij het Donders Instituut, waar ze onderzoek doet naar de processen in de hersenen die ervoor zorgen dat we bewegingen van andere mensen kunnen begrijpen.

Bewerking door Romy

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categories