Veni beurs voor onderzoek naar taal in het babybrein

Een belangrijke uitdaging voor baby’s is om betekenis te vinden in de klankenbrij die ze om zich heen horen. Tineke Snijders ontving onlangs een Veni-subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschapelijk Onderzoek (NWO). Hiermee gaat ze onderzoeken of baby’s woorden beter oppikken wanneer hun hersenen resoneren (meetrillen) met de spraak.

Foto door Dick van Aalst (Radboud Universiteit)

Voordat baby’s klanken kunnen gaan linken aan betekenis moetenzelerenwaardewoordgrenzenzittenincontinuespraak. We weten dat baby’s in eerste instantie ritmische aanwijzingen gebruiken­ om te weten te komen waar woordgrenzen zich bevinden. Nederlandse baby’s gebruiken bijvoorbeeld de afwisseling tussen beklémtoonde en ónbeklémtoonde lettergrepen. Net als spraak, vertonen ook de hersenen ritmische activiteit. Ik denk dat baby’s het ritme van taal zo goed kunnen oppikken omdat hun hersenen, wanneer ze taal horen, gaan vuren in het ritme van de taal. Anders gezegd, hun hersencellen ‘deinen’ als het ware mee met het ritme van de spraak.

Resonerende hersencellen helpen met de verwerking
We weten dat neuronen in de hersenen van volwassenen resoneren met datgene wat iemand om zich heen ziet of hoort. Op het moment dat je bijvoorbeeld een piepje hoort in een bepaald ritme, dan zullen neuronen in je auditieve cortex (dat deel van de hersenen dat inkomend geluid verwerkt) in datzelfde ritme gaan vuren. Ook de verschillende ritmes van taal worden opgepikt door je hersenen. De resonantie van het brein met de spraak maakt het verwerken van die spraak gemakkelijker. Waarschijnlijk komt dit omdat de resonantie ervoor zorgt dat de luisteraar beter kan voorspellen wat de spreker gaat zeggen.

En bij baby’s?
Er is weinig bekend over neuronale resonantie bij baby’s en we weten nog niet in hoeverre dit mechanisme van belang is bij de vroege taalontwikkeling. We weten wel dat wanneer ouders met baby’s praten, ze het ritme van de spraak intuïtief extra aandacht geven. Ze spreken dan meer melodisch, maar ook ritmischer. Ik wil onderzoeken of baby’s van acht maanden oud woorden beter oppikken wanneer hun hersenen het ritme van de spraak overnemen. Helpt het als ze woorden in een strak ritme horen, zoals in een liedje? Voorspellen verschillen tussen baby’s in deze breinresonantie hun latere taalontwikkeling? Is dit genetisch bepaald?

Deze vragen zal ik de komende jaren proberen te beantwoorden in mijn Veni-project!

Dit blog is geschreven door Tineke Snijders. Tineke is senior onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categories